Elektrisch universum

In het lijstje Nikola Tesla en Edward Leedskalnin horen nog een aantal namen van wetenschappers die zich bezig hebben gehouden met elektro-magnetische krachten in het heelal : Walter Russell, Viktor Schauburger, Wilhelm Reich en Rudolf Steiner. Een overdonderende uiteenzetting over de zorgvuldig weggestopte waarheid van elektro-magnetisme geeft Stelios Tapinakis, zie onderstaande video (vanaf 21:00)




De deeltjesversneller is eigenlijk een belediging voor de natuurkunde - het is in feite irrelevant voor hoe het universum echt werkt, het leidt de knapste koppen af, en het doet iets met de psyche.

De deeltjesversneller
Wat er gebeurt: wetenschappers vormen de nieuwe priesterklasse. Net als de priester, vormt de mainstream wetenschap een buffer tussen mensen en de echte vragen. We hoeven de belangrijkste vragen niet meer te stellen - want dat heeft de wetenschapper al gedaan.
Hij werkt immers wetenschappelijk, en dat is iets met trial en error, ja toch?
Maar een kind weet: dit gaat over meten, niet over begrijpen.

Het probleem is: als je doorzoekt blijkt de mainstream wetenschap net zo'n grote fraude te zijn geweest als in zijn tijd het heilige boek. De CO2 scam is maar een klein voorbeeld van hoeveel geld er omgaat in de hele tak, en hoe de onderzoeksresultaten al klaar liggen. De volgende stap is de geneeskunde en de transhumanistische agenda, en ook de rest steunt op belabberde paradigma's die hoe dan ook gaan omvallen. Newton had perfecte metingen van symptomen, maar symptomen zijn geen wetten. Zelfs Einstein had moeite met het idee dat wij zelf verbonden zijn met datgene wat we onderzoeken.

Er was een handjevol eigenzinnige wetenschappers die zich niks aantrokken van de paradigma's van het dode universum. Daar komt het op neer: de aanname dat het universum dood is, dat is waar studenten mee doodgegooid werden op universiteiten. Dat wij eenzame toevallig levende wezentjes zijn in een grote melkweg waar sterren aan het opbranden zijn.

Zo werkt het dus niet. Alles is met alles verbonden. Wij met de aarde en de aarde met de zon. Niels Bohr schreef ooit al: "geïsoleerde materiële deeltjes zijn abstracties; hun eigenschappen zijn alleen te definiëren en te observeren door hun interactie met andere systemen".
Atoompjes hebben feitelijk geen onafhankelijk bestaan, de volgende stap is ook al beschreven: atomen zijn voor meer dan 99.999% leeg - lege ruimte. En dan is het spijtig voor alle Shell aandeelhouders en hun troonopvolgers, maar alles is elektro-magnetisme, elektro-magnetisme en leugens.
Hoe zou het toch komen dat het zo gevaarlijk is als mensen iets concreets ontwikkelen dat is gebaseerd op gratis energie ?  Edward Leedskalnin was 20 jaar alleen, en heeft alleen diep in de nacht met zijn apparaat gewerkt (Coral Castle) - met reden; andere voorlopers zijn eerder aangepakt.
Nulpuntenergie is altijd een verlengstuk van de bestaande elektro-magnetische krachten in de aarde. De kwestie is enkel om die te begrijpen, en dat deden ze.

Bestudeer Nikola Tesla, Edward Leedskalnin, bestudeer het elektrisch universum (thunderboltsproject), en lees al het werk van Walter Russell, Viktor Schauburger, Wilhelm Reich en Rudolf Steiner. Niet alleen de thema's die op het internet gehighlight worden, want dat geeft soms een sterk vertekend beeld. De stof komt volgens mij overeen met het boek van Michael König over quantum-natuurkunde (Das Urwort).

Meer informatie: zie Eric Dubay

De oorsprong van de gnostische beweging


Door: John Lash, 2006   (www.metahistory.org)

Eén van de grootste problemen bij de studie van de Nag Hammadi-geschriften, is de vraag naar oorsprong. Wie schreef deze teksten, en waar kwamen de auteurs vandaan? Zelfs als we aannemen dat de Koptische teksten vertalingen zijn van oorspronkelijke teksten van gnosten, verspreid over Egypte en het Midden-Oosten, dan nog is de vraag waar de gnostische beweging zelf vandaan kwam.

De geschriften zijn vrij gebrekkig en niet zonder fouten op perkament gezet. Gekopieerd en vertaald door Koptische scribenten: monniken die in hun isolement mogelijk erg weinig begrepen van wat ze vertaalden. We weten niet of de Griekse teksten die ze gebruikten in goede staat verkeerden, ook niet waarom de monniken de taak kregen om de vertalingen te maken. Vermoedelijk bestond het origineel uit de grove aantekeningen van studenten van de mysteriescholen, of wat daar tweeduizend jaar geleden nog van over was. Die aantekeningen zijn dan vertaald in een soort Koptisch snelschrift of stenografie, bijna als een   schrijfoefening voor scribenten - duidelijk niet met het doel om het materiaal zorgvuldig te bewaren. Het is moeilijk om voor te stellen, maar feit is dat het waardevolle materiaal op een zeer slordige wijze is overgeleverd.
We weten niet wie de geschriften in Nag Hammadi heeft verborgen en waarom. Waarschijnlijk was er een connectie met de tempel van Hathor in Dendera, op steenworp-afstand van Nag Hammadi (zie uitleg). Mogelijk werden de originele teksten bewaard in de bibliotheek van Alexandrië, maar ook dat is onbekend. Er is archeologisch bewijs dat er gnosten waren rond de Middellandse Zee en in de buurt van de Dode Zee, in kampen van de Zaddikim.

Naast de tekstuele oorsprong is er een nog veel belangrijkere vraag: waar kwamen de gnosten zelf vandaan? Veel huidige wetenschappers zien dit als een onoplosbaar vraagstuk, dat daarom geen tijd en aandacht verdient. Zij hebben doorgaans alleen interesse in het Koptische materiaal voor zover dat iets openbaart over de oorsprong van het Christendom, niet over de oorsprong van de Gnostiek of de leer van de mysteriescholen.

Dat is niet altijd zo geweest. Honderd jaar geleden, een halve eeuw vóórdat de Nag Hammadi-geschriften opdoken, waren wetenschappers bezig met de Askew, Ahkmin, en Berlijnse codices. Er waren mensen die vergaande interesse hadden voor de prechristelijke oorsprong van de gnosten. In de tijd dat Doresse The secret books of the Egyptian gnostics publiceerde (1958), was er nog een levendig debat over de vraag waar de gnostische beweging vandaan kwam. Doresse, die zich als katholieke archeologe nadrukkelijk afkeerde van de Gnostiek, was vreemd genoeg de enige wetenschapper van ná Nag Hammadi (1945) die iets zinnigs kon zeggen over de oorsprong van de beweging. En zo ligt de studie naar de geschiedenis van de gnosten er eigenlijk nog altijd bij.

En dat is een lange en verwarrende geschiedenis - hij voert van Ephesus, oostwaards langs Hattusa de hoofdstad van de Hettieten, diep in Klein-Azië: eerst naar Harran, waar Abraham aankwam na zijn verbanning uit het rijk van de Chaldeeërs, vervolgens naar Ctesiphon en de legendarische markten met barnsteen; dan naar het Parthische rijk, plaats van de beste boogschutters ter wereld, langs de verspreide nederzettingen van de Sabaiers, sterrenstaarders die de geheimen van de dertien aeonen lazen, vervolgens dieper Azië in, voorbij het Nineveh van de courtisanes, langs Ecbatana, stad van rook en honderd poorten, tot in het noorden richting de Kaukasus en de Kaspische Zee, en in het zuiden tot aan de hoogvlakte voor de Hermonberg (Golan) en de berg van Seir (Jordanië).

Het gebied reikt tot aan het huidige Azerbeidzjan en het noordwesten van Iran. Doresse schreef: "Daar vinden we legendes van vóór de tijd van de Gnostiek - de legendes die de Hermonberg tot een heilige berg maken, de veronderstelde woonplaats van de kinderen van Set aan het begin van het bestaan van de mens." (p.255)


Als we het thuisland van de gnosten eenmaal op de kaart hebben gezet (de zwarte stip midden bovenaan), komt er een aanmerkelijk feit aan het licht: het plateau van Urmia was precies de geboorteplek van de antieke culturen in Mesopetamië, verbonden met de Vruchtbare Halvemaan - de overgang tussen het verre Oosten en de Middellandse Zee. Zie een uitgebreid overzicht met meer details.


De orde van Magi

De gnosten noemden hun wijzen 'Kinderen van Set' - en er is een korte verwijzing naar Set in Genesis 4: Set  is een zoon van Adam. Behalve over zijn bestaan is er in de Bijbel niets over hem te vinden. Set behoort tot de andere kiem, afgezonderd van de Joods-Christelijke versie van de 'heilige' geschiedenis. Kennelijk staan de gnosten vanaf hun vroegste geschiedenis al buiten spel, buiten de conventionele kijk op het westerse geestelijke leven.


Adam had opnieuw gemeenschap met zijn vrouw; zij baarde een zoon en noemde hem Set. 'Want', zei ze, 'God heeft mij een andere zoon geschonken in de plaats van Abel die door Kaïn is vermoord.'                    (Genesis 4:25)

Gaan we echter af op de gnostische kijk op Set, dan lezen we dat de kinderen van Set openbaarders waren die in lange traditie stonden van geheime kennis - overgeleverd uit een ver verleden door diegenen die de illuministische methode (Gnosis) konden doorgronden. Volgens de gnosten vormden  de kinderen van Set een soort priestercorps : de Orde van Magi. 
Dit was een van de oudste spirituele organisaties ter wereld, die kon werken in unieke culturele omstandigheden in prehistorisch Iran. 
In een interessant boekje over de gnosten oppert Jacques Lacarriere dat Gnosis een pad van verlichting was, gebaseerd op oude sterrenkunde. Volgens de historicus Josephus werden de kinderen van Set overal aanbeden als hemelse zieners die 'de wetenschappen van de hemellichamen en hun patronen hadden ontdekt'. (Antiquities, I.68-72)
Duitse wetenschappers zoals Gustav Widengren, Richard Reitzenstein en M.H. Schraeder hebben in hun tijd diepgravend onderzoek gedaan naar de Orde van Magi, met als doel om de achtergronden van de Iraanse religie het Zurvanisme te begrijpen.
Zurvanisme is van belang want het is de kiem van de doctrine van kosmische dualiteit (hemel & hel), dat we terugvinden in alle monotheïstische godsdienten. Dat idee kan worden verbonden aan de Perzische profeet Zoroaster en is verspreid door leden van de Orde van Magi. 

Reitzenstein (1861-1931) had het idee dat gnostische beginselen moeten zijn beïnvloed door de dualiteit van het Zurvanisme, maar in feite is Perzische dualiteit hét grote raadsel in de geschiedenis van religie. Geen enkele wetenschapper heeft ooit de achtergronden van Zarathustra kunnen verhelderen, zelfs Mircea Eliade niet.
Absolute kosmische dualiteit van Goed versus Kwaad is hét centrale thema van Iraanse religie, maar het is een type dualiteit dat we niet terugvinden in de gnostische geschriften van Nag Hammadi.

Om de gnostische leer te begrijpen is het volgens mij van belang om een onderscheid maken tussen dualiteit uit enkelvoudige bron en dualiteit uit twee verschillende bronnen. Het laatste is typerend voor de gnostische geschriften, en het wordt daar zorgvuldig uiteengezet. In de gnostische Sophia-mythe is er geen interne tweestrijd in de Godheid (Pleroma), maar wél is er zoiets als een afwijkende projectie, wat een soort scenario van twee-werelden met zich meebrengt. Het is de werkelijkheid als een hologram van twee bronnen, zoals die wordt beschreven door Philip K. Dick in Valis

Reitzenstein had niet genoeg materiaal om te erkennen dat gnostisch dualisme in principe een twee-wereld systeem is. Dat betekent dat Goed en Kwaad niet uit één en dezelfde bron komen, en dat Goed en Kwaad dus ook geen tegenstelling vormen. Dit rigide conflicterende dualisme is echter een centraal gegeven in de Zoroastrische doctrine, geërfd van een extremistische secte in Palestina, de Zaddikim aan de Dode Zee. Het is ingelijfd in het Christendom als een dodelijk virus, terwijl gnostische zieners het dualisme volledig afwezen. Volgens gnosten was het probleem van de mensheid niet het kwaad, maar de feilbaarheid. Gnostische ideeën zijn wonderbaarlijk fijn en genuanceerd als het gaat om het probleem van feilbaarheid en menselijke verantwoordelijkheid. 


De precessiecyclus

Hoewel Set in de Bijbel dus verder niet wordt genoemd, zijn er toch erg veel astro-mythologische volksverhalen van de hemelse zieners in het Oude Testament terechtgekomen. In het Nieuwe Testament verschijnen de Magi als 'de wijzen uit het oosten', bij de geboorte van Jezus.
In feite heeft de Bijbel wel aandacht voor deze astronoom-priesters, maar dan als de Chaldeeërs: een misleidende bijnaam, die is afgeleid van het Sumerische Kasdim, en gerelateerd aan het Hebreeuwse Chesed en Chassidim, 'de vromen': een ultra-conservatieve secte van de Zaddikim.
Er is in de Bijbelse bewerking dus eigenlijk steeds de tendens om elementen van Chaldeeërs samen te voegen met die van de Orde van Magi, op die manier legitimiteit verlenend aan de macht van patriarchen. Een leer die non-interventie gebiedt (tussen mens en het goddelijke) werd via associatie verbonden aan vanzelfsprekende macht van patriarchen.

Volgens klassieke bronnen (Aristoteles, Plinius en Plutarchus) bestond de Orde van Magi 6.000 jaar voor de dood van Plato. De legende dat Zarathustra leefde in het zevende millenium voor Christus wordt ondersteund door een aantekening in de kantlijn van Alciabides I, een werk dat wordt toegeschreven aan Plato. In een prachtig boekje Plato Prehistorian, brengt Mary Settegast de opkomst van de Orde van Magi in verband met het tijdperk van de tweelingen, rond 5.500 BC (voor Christus). Zo wordt dualiteit  meestal geassocieerd met het sterrenbeeld Tweelingen.
 Tweelingen, 5600 BC
In het groot jaar duurde dit tijdperk van 6.200 tot 4.300 BC (Dendera Zodiac). Door gebruik te maken van de precessiecyclus kan Settegast historisch onderzoek beter plaatsen en kan ze de antieke bronnen over Magi in verband brengen met archeologisch onderzoek. Indoloog en mytholoog Alain Danielou en historicus William Thompson gebruiken dezelfde techniek. Er is een indrukwekkende correlatie tussen de precessietijdperken en archeologische vondsten. Een voorbeeld is een wit marmeren beeldje gevonden van twee godinnen, gevonden in Catal Huyuk, precies in een laag die gedateerd kon worden op 5.600 BC, en er zijn nog talloze vergelijkbare voorbeelden. Astronoom-priesters van de Orde van Magi en andere sterrenstaarders van Hibernia tot in de Indus-vallei moeten de precessiecyclus hebben gebruikt om de loop van menselijke gebeurtenissen in kaart te brengen.




Het Urmia meer

Het hart van de gnostische beweging
De periode waarin de gnostische beweging opkwam kan grofweg worden geplaatst in de Hajii Firuz-cultuur (5.500 - 5.000 BC) in het noordwesten van Iran en in Turkmenistan. Het spirituele hart van de gnosten lag in de Urmia-bekken (zie het kaartje). Op zichtbare afstand ligt het Van-Meer en de berg Ararat, waar volgens de overlevering de Ark van Noach is gevonden. Op zichtbare afstand van het Urmia-meer is de witte berg Seir, en ook dat is nog altijd een heilige berg.  



Opgravingen in Hajii Firuz hebben rijk archeologisch bewijs aan het licht gebracht, waaronder een keramisch bord van de Halafi cultuur van Palestina, dat wijst op contacten tussen Urmia en Palestina. De achtergrond is een motief van zestien bloemblaadjes, de signatuur van de mysterie-cellen. De leer, de organisatie en de techniek van de mysteriescholen komen waarschijnlijk allemaal uit de oude Iraanse traditie. Volgens Settegast was er een belangrijk antiek Magi-centrum aan het Urmia-meer. 


De Orde van Magi heeft zich vanuit het Urmia-bekken verspeid in alle richtingen. Noordelijk naar de Kaukasus, zuidelijk naar Irak, oostelijk naar India en westelijk naar Klein-Azië (het huidige Turkije) en Europa. In Eridu, ten zuiden van het verborgen hart van de gnostische beweging brachten zij kennis van de precessiecyclus over op de eerste Sumerische theocraten.
Toen kennis over de precessie eenmaal in handen was van staatspriesters, verloor het haar waarde in de educatie. De telestai die zich wijdden aan het gidsen van de mensheid kwamen in conflict met andere leden van de Magi die meer politieke doeleinden hadden. Dit soort duistere aangelegenheden leidde tot een uiteindelijke splitsing van de Orde van Magi.

Het probleem van de Magi is voor Iranologen één van de boeiendste, maar ook één van de moeilijkste in de geschiedenis van de antieken  (Settegast, p. 215).

Ziener of verlosser


Zo moet de Orde rond 4.000 BC langzamerhand zijn opgesplitst in twee verschillende takken: de Gnostiek en de Illuminati, zoals we ze nu noemen. De twee takken hadden verschillende motieven en methoden. Leden konden de titel vaedemna verkijgen (en dat betekent zoiets als "ziener" of "wijze"), maar ook de functie van priester, die officiële functies bekleedde en de theocraten uit het Midden-Oosten adviseerde over politiek en sociale moraal (Farsi zoatar -> Grieks soter = verlosser).
Het is precies in de tijd dat mensen in steden worden ondergebracht, dit als direct gevolg van de opkomst van landbouw. Zarathustra, die volgens een oude legende aan het meer van Urmia is geboren, is de man achter de introductie van grootschalige geplande landbouw. Volgens Settegast hebben Iranologen 'conflicterende meningen over het historische milieu van de profeet' : 


 "Aan de ene kant is Zarathustra beschreven als een soort primitieve shaman; aan de andere kant als een wereldman die op goede voet stond met Choramische koningen en de politici van het hof" (p. 215). 

Dit is precies het onderscheid dat wetenschappers voor een probleem stelt: is Zarathustra een shaman / ziener, of is hij een priesterlijke bemiddelaar die zich inlaat met de politiek ? Omdat de cultivering van de aarde centraal was in de boodschap van Zarathustra, 'moesten missionarissen zowel thuis zijn in landbouwtechnieken als in religieuze dogma's' (p. 220)
Dit laatste klinkt ons wel erg vertrouwd in de oren, nietwaar? Leden van de Orde van Magi die controle kregen over sociale organisatie: zij volgden een oud model van agressief kolonialisme dat vandaag de dag nog steeds operationeel is.

Het probleem van de Magi kan worden opgehelderd - niet volledig opgelost - als we een onderscheid maken tussen leden die bezig waren met educatie en verlichting, en zij die zich gingen bezighouden met politiek en sociale controle - later bekend geworden als de Illuminati. 

Religies die uitgaan van een verlosser zijn gebaseerd op een bovennatuurlijke bemiddelaar die de wil van een mannelijke godheid toepast; ze worden ook wel soteriologisch genoemd. In de Hebreeuwse religie is deze bemiddelaar de Messias, die de vorm aanneemt van een menselijk persoon (de koning van de Joden), of een bovennatuurlijke entiteit zoals Melchizedek (Zaddikim). In het Christendom is Jezus de incarnatie van Christus, de enig-geboren zoon van God, volgens de hybride theologie van Paulus. In de Islam neemt de verlosser de vorm aan van verschillende imams. Het Sunnie-Shia conflict gaat over de opvolging van imams na Mohammed. In  beide gevallen is de verlosser een patriarchaal figuur, de centrale autoriteit in een theocratische cult met als doel om de hele wereld te domineren door de mensheid een sociaal-spirituele orde op te leggen, gebaseerd op de dictaten van een buitenaardse Vader God die zich exclusief richt tot mannelijke demagogen.    

Perzische soteriologie is de oorsprong van de nieuwe wereldorde die vandaag de dag wordt gepropageerd door neoconservatieven en New Age fanatici. In vroegere tijden was dit het masterplan van de tak van Magi die zich gingen bezighouden met sociale technieken - de illuminati; dit in tegenstelling tot de telestai of gnosten, die zich beperkten tot educatie en verlichting. 

In de Koptische codices wordt soter regelmatig gebruikt als naam voor de gnostische meester of leraar; en de term phoster staat dichter in de buurt van vaedemna, een wijs of verlicht persoon (veda, vidya, zien / weten). Het lijken onbelangrijk details, maar ik wil erop wijzen dat een verkeerd onderscheid tussen een ziener en een priester een enorm probleem voor de mensheid kan uitmaken, met name als we het hebben over priesters die gesponsord worden door een overheid. 

Laten we de andere kant van het verhaal eens bekijken. Volgens volkstraditie en volgens huidige wetenschappers werden de Magi beschouwd als 'toegewijde dienaars van de Goden', 'meesters van leren, die de eer hadden om de kosmologische wetenschappen te initieren, de studie van de hemel, de elementen en de koninkrijken op aarde (p. 215). Wie worden hier beschreven? Missionarissen of visionairs? Verlichte vertegenwoordigers van hoge cultuur, of egoïstische kolonialisten? 

Binnen de reikwijdte van dit artikel, kan ik eigenlijk slechts herhalen dat de Magi 'een van de meest boeiende en moeilijkste problemen in de geschiedenis van de antieken' is. Dit is niet alleen een probleem voor wetenschappers, maar het gaat in principe om het lot van de hele mensheid. Dit bepaalt hoe we het menselijk potentieel beschouwen, en hoe we morele en ethische problemen benaderen waarlangs samenlevingen worden geleid. Het lange en verwarrende verhaal uit het Noordwesten van Iran brengt ons tot het kernprobleem van onze menselijke ervaring: hoe kunnen we het kwaad definiëren ?


Samengevat: gnosten hadden hun oorsprong in de Orde van Magi, maar op een cruciale manier hadden ze met diezelfde orde een groot probleem. De gnostische beweging zoals die aan de hand van Koptische geschriften uit Nag Hammadi en elders wordt geïdentificeerd, was een zijtak van de Orde van Magi. Afvalligen van de Orde van Magi.
Het conflict binnen de orde had voornamelijk te maken met twee factoren: ideologische en ook praktische. Op het ideologisch vlak verwierpen de gnosten het conflicterende dualisme van de Zurvan priesters, met dualiteit uit één bron. 

Er was ook een praktisch vlak. Shamans zijn bemiddelaars tussen de samenleving de andere wereld, de onbekende wereld. De vaedemna komt niet bij politiek of sociale controle, simpelweg omdat hij of zij andere prioriteiten heeft. Gnostische zieners zagen het als prioriteit om de traditie van openbaarders in stand te houden, de sacrale methode van instructie via goddelijk licht, en om algehele kennis door te geven aan de wereld. De zieners wijdden zich aan een heilig doel, een telos. Ze begeleidden anderen, zonder hen te manipuleren. Ze begeleidden mensen door mystieke instructie en het voorbeeld van karakter, ze zagen toe op een grens tussen hun heilige doel (onderwijzen) en politieke ambitie. De beste gids is niet een leider. De beste gids is meer een soort spion, een type dat niet graag wordt gevolgd. 


Plato en de gnostike techne  

Historicus Morton Smith heeft duidelijk gemaakt dat na het verval van de gnosten het woord 'gnosticus' pas  gebruikelijk werd (The history of the Term 'Gnostikos'). Ingewijden zoals de keizer Marcus Aurelius had het nooit over Gnostiek, ook was het niet gebruikelijk in het Judaïsme. 
Het lijkt wel voor het eerst te zijn gebruikt door Plato. In Politicus 258e-267a, verwijst Plato naar gnostike techne, "de kunst van het weten", of wellicht "de kunst van het organiseren van de dingen die mensen weten", om vervolgens te beredeneren dat de ideale politicus wordt gedefinieerd als een meester van gnostische kunst. Plato beweert: 'als zo iemand zou verschijnen, dan is het als een God die komt om de mensheid te sturen' . 

En daar staat het dan, zo duidelijk als het maar kan. Het is Plato die de discussie over politiek het goddelijke in trekt, en andersom. Zijn visie op de agnostikos is die van een adviseur in een theocratische regering, dat wil zeggen, een bestuur door de goden of diegenen die zeggen af te stammen van goden. Hoe is dit mogelijk? 

Het is bekend dat Plato geïnitieerd was in Eleusis. Als hij contact had met de telestai, hoe kan het dat zijn opvattingen zo dichtbij het programma van de illuminati staan, bij de Magi met de theocratische agenda ? 

Volgens mij ligt het antwoord in de bekende analogie van Plato's grot. Volgens de metafoor zijn objecten in onze zintuiglijke wereld slechts schaduwen die worden voortgebracht door de Eidos, de goddelijke vorm in de bovenzintuiglijke werkelijkheid. Maar.. organisch licht geeft geen schaduw. 
Mijn conclusie is dat Plato, hoewel hij geïnitieerd was, het organisch licht - het geheime medium van instructie nooit heeft aanschouwd. Als hij dat wel had gedaan, dan was hij niet gekomen met de analogie van de grot.   

Een fragment van Plato's Republiek, hét manifest van Illuminati staatsmanschap, is in Koptische vertaling gevonden in de Nag Hammadi-geschriften (Codex VI, 5). Dit is de oudste tekst in het geheel, bijna 700 jaar ouder dan de andere documenten. Qua inhoud is het behoorlijk opmerkelijk dat
de tekst van Plato aan de collectie was toegevoegd, maar tot nu toe heeft geen enkele wetenschapper dit opgemerkt.
Ik heb er eerder op gewezen dat de bewakers van de mysteriën zichzelf telestai noemden: "zij die kundig zijn". De term gnostikoi is afkomstig van kerkvaders die hen wilden bespotten, het staat eigenlijk voor: "wijsneus, betweter".  
Ik ga ervan uit dat de telestai deze term van de hand wezen, omdat het via Plato geassocieerd kon worden met de sociale technieken van de adviseurs van de theocratie. De enige gnostische secte die zichzelf wél gnostikoi noemden, was opmerkelijk genoeg een groep Carpocraten, die vasthielden aan een theocratisch scenario: de manifestering van een bovennatuurlijk wezen in een menselijk lichaam op aarde. Zij hadden afbeeldingen van Pythagoras, Plato, Aristoteles en ook van Jezus; en dit komt absoluut niet overeen met de missie en de opstelling van de telestai. (G.R.S. Mead, Fragments of a Faith Forgotten, p. 232). 



De gnosten bleven in principe anoniem in hun rol als mystici en bewakers van de mysteriën; de leraren die openlijk in de samenleving werkten hadden natuurlijk wel een naam en een identiteit, maar dat waren eerder titels dan echte namen (zoals Aesculapius). 
Er zijn slechts enkele namen van gnosten bekend geworden: Simon Magus, Valentinus, Basilides, Hypatia. 

'De vriendelijke oude man met de wijze en goedaardige slang' is een archetype of icoon van atelestes, en geen echt portret van een bestaand persoon. 
"Standbeelden van Christus hebben soms erg veel te danken aan de standbeelden van Aesculapius. De begeleider van de medicus was Gezondheid (Hygeia).. en voor wat betreft de slang: hij is de belangrijkste persoon in het heiligdom." (Atlas of the Greek World, p. 162) 






Theocratie

Wij gebruiken eigenlijk de beledigende term 'gnostisch', voor een oude beweging, waarvan leden zich tegen hun eigen glorificatie keerden, én tegen het theocratische programma van grote wijze mannen, zoals dat door politiek-georienteerde Magi is doorgevoerd. Theocratie, het prototype van mannelijk bestuur, is de ultieme troefkaart in het slachtoffer/dader-spel: als een kwellende en soms belonende tiran zijn mensen ervan kan overtuigen dat hij is uitverkoren door een God, dan heerst goddelijke autoriteit. 


Theocratie, en het hele machtscomplex waar het de aandacht op richt, was volledig afwezig in de telestische missie om te onderwijzen, te verlichten, te gidsen, te verrijken, en om het beste in de mensen naar boven te brengen. Daarin is geen plaats voor controle en manipulatie. Dit is de reden waarom de oorspronkelijke gnosten, volgelingen van shamanistische trance, zich moeten hebben afgesplitst. De Orde ontstond op het Urmia-plateau in het tijdperk van de Tweelingen, rond 6.000 BC. De afsplitsing vond geleidelijk plaats tussen 4.400 en 2.000 BC, in het tijdperk van de Stier. 


Het tijdperk van de Ram (circa 2000 - 120 BC) is het tijdperk van Abraham en de opkomst van patriarchie, onder meer het Romeinse Rijk. Alexander de Grote heerste over de antieke wereld toen de lente-equinox zich in de hoofdsterren van de Ram bevond (de Amun). Om die reden plaatste Alexander de Grote op munten een beeld van zichzelf met de hoorns van Amun, en zorgde hij voor een goddelijke status in het heiligdom van Siwa.  


Vanuit het gebied van het voorouders in het Noordwesten van Iran, moeten de gnosten in staat zijn geweest om ontwikkelingen in de Vruchtbare Halvemaan te aanschouwen, zoals de opkomst van massale landbouw en verstedelijking. Hun status als nomadische wijzen gaf hen het voordeel om getuige te zijn van drie opvallende ontwikkelingen: de overgang van de offerkoning (de Pharmacos-methode), naar de heilige koning (een ceremonie waarbij de koning gemeenschap had met de priesteres van de vruchtbaarheidsgodin - hieros gamos), naar de verlosser-koning (mannen die mannen benoemen). 

De gnosten hebben deze progressie van dichtbij kunnen analyseren, maar moeten in een te laat stadium pas hebben kunnen opmerken welk pathologisch geweld voortkomt uit het verlossingsgeloof. De kracht daarvan heeft hen waarschijnlijk overvallen, zo ook het verradelijke van de illuminati-technieken, die de levenskrachtige rites van de mysteriën de nek hebben omgedraaid. 
En nu staan we dus aan het andere eind van het lange drama dat is begonnen aan de kust van het Urmia-meer, met 2.000 jaar extra wijsheid over het illuminati-programma, en over wat de boodschap van goddelijke liefde de planeet kan aandoen als dat wordt verpakt in een verlosserscomplex. 

Urmiameer met zoutkristallen


Vertaling van:

John Lash, Not in his image, Hs 9, p. 147
Metahistory.org: the origins of the gnostic movement

In het Nederlands zie ook: www.assayya.com : Magi uit het oosten.

Polariteit van bewustzijn

In een tijd waar twee krachten elkaar tegenkomen, kan het collectieve bewustzijn echt twee compleet verschillende kanten op gaan. Het is interessant om te weten dat Maya's en Toltek-indianen al hebben nagedacht over zulke polariteit. Zij konden vergelijkbare veranderingen in hun eigen tijd erg goed duiden.
En goed, we zitten er nu dus echt middenin. Neil Kramer zag het in 2008 opkomen, en vroeg zich toen al af waar dit op zou uitlopen en wat er in het verleden over gezegd is.




Er is een hoop hypnose aan de gang om bewustwording tegen te gaan. Naast alle manipulatie in de atmosfeer komen ook nog eens alle leugentjes van de laatste paar honderd jaar samen. We kennen ze wel: mensen zijn intrinsiek slecht, en het is maar goed als er straks één wereldmunteenheid komt, zodat de oorlogen verleden tijd zijn; en het liefst nog digitaal ook, want dan is het pas echt vooruitgang. Zet ons maar liever gevangen, dan kunnen we elkaar tenminste niks meer aandoen.

En aan de andere kant: veranderingen zijn aan de gang.. realiteit komt binnen op een bepaalde frequentie, maar onze ontvanger wordt breder, wordt soepeler, en dat verklaart ook de grondige strategieën om de hele boel tegen te gaan. Indrukwekkend, beangstigend en in een moderne stedelijke omgeving vooral bizar, maar de uitdaging is om vooral door te gaan; je niet te laten remmen door retorische argumenten. In het land der blinden moet éénoog gewoon nóg beter kijken. Ook wanneer het lijkt of er niets beters is. Op ieder denkbaar gebied bestaat een lange traditie, al is het soms even zoeken.

Reken maar dat er technieken zijn om mensen het moeras in te trekken. En dan? Twee soorten mensen die tot in lengte van dagen van alles met elkaar delen? Een rude awakening? Een geleidelijke ontbinding? Een dimensieshift? Een aanmoediging tot enorme creativiteit en authenticiteit ? Laten we niet vergeten dat juist in deze tijd veel mensen hun eigen leven aan het maken zijn. Polariteit hoort bij een tijd van transitie.

Het chronische probleem is dat er zo weinig informatie beschikbaar is. Dat was dus onze informatie-maatschappij: een gebrek aan informatie. Het lijkt wel alsof de moderne mens eropuit wordt gestuurd om de weg kwijt te raken.
Ik wil ter inspiratie wijzen op lezingen van Santos Bonacci en van Ian Lungold.
Santos Bonacci wijst op 21 december 2012, het groot jaar (24.000 jaar) en onze positie ten opzichte van het centrum van de melkweg. Religies, mythes en profeties hebben vrijwel altijd een connectie met de sterrenbeelden.
Ian Lungold komt ook uit op 21 december 2012, maar dan op grond van één van de vier Maya-kalenders die een evolutie van bewustzijn beschrijft. Daarin hebben profeties een plaats, en hebben mensen een taak. Het is veel werk, maar dit zijn twee heren die enthousiast bezig zijn met wat klopt, niet met wat betaalt.