Moeder Sophia


Het gnostische scheppingsverhaal is één van de meest onderdrukte verhalen van de wereldgeschiedenis. Het werd een paar duizend jaar lang mondeling overgeleverd in Europa en het Midden-Oosten, en er is een connectie met de oosterse traditie.
De gnosten verzamelden kennis over de wereld om hen heen via meditatie en sjamanisme, net als de Maya's. Kort nadat het Nieuwe Testament werd opgeschreven, 300 AD, en de nieuwe rol die Jezus werd toebedeeld, was er voor de gnosten geen enkele plaats meer. Alle volgelingen werden vermoord, geschriften verbrand, de leer werd uit de geschiedenis geëlimineerd. De gnostische variant vormde een regelrechte bedreiging voor het nieuw te vormen christendom. De laatste schim was de genocide op de Katharen, in Zuid-Frankrijk, 13e eeuw.

Het interessante aan de gnostische visie is dat het eigenlijk een weerlegging is van de Sumerische kleitabletten. Mensen die niks hebben met de Bijbel én niks met Darwin, komen regelmatig uit bij de Sumerische kleitabletten als ultieme oude wijsheid. In die variant werd de mens begiftigd en tegelijkertijd vergiftigd: gedoemd tot slaaf, als soort vanaf het allereerste begin gemanipuleerd om te dienen. Afkomstig uit Babylonie, en in feite een uitnodiging tot een negatief zelfbeeld. Reden genoeg om ook over die theorie heel kritisch te zijn.
Gnosten hadden hun oorsprong in de oude sterrenkundigen en sjamanen; ze waren op de hoogte van de Sumerische kleitabletten en schreven erover.
Scheppingsverhalen hebben iets heel dubbels: ze verdragen elkaar slecht; er zijn allerlei uitvoerige en ingewikkelde verhandelingen over, maar tegelijkertijd zijn het verhalen die iedere tiener kan herhalen.


Het scheppingsverhaal 

In het centrum van onze melkweg is een school. Daar werken de heersers over het leven. Leerlingen van deze school worden begiftigd met de ziel van de maker. Als ze afstuderen gaan ze de wijde wereld in, zonder te weten van elkaars bestaan. De filosofie van de school is eenvoudig: breng de leerlingen de belangrijkste vaardigheden mee, maar doe daarnaast ieder jaar iets anders, iets nieuws. Zet ze op een planeet in één van de buitenste ringen van de melkweg, zorg dat ze hun schooltijd zijn vergeten en bemoei je er verder niet meer mee. Het resultaat: allerlei bezielde wezens in alle uithoeken van het heelal. Allemaal net iets anders, allemaal onwetend van elkaars bestaan.

In al deze bedrijvigheid zijn Sophia en Christos aan het werk. Ze vormen het godenduo dat de verantwoordelijkheid heeft voor de mens. De mens zal naar de blauwe planeet gaan, ver weg, en de mens kan en weet het allerbelangrijkste om het daar uit te houden. Het is eigenlijk routine.
Maar Sophia doet veel meer. Sophia legt al haar creativiteit en liefde in deze lichting. Haar inbreng maakt de mens wijs, compassievol, inventief, en speelvol. Dit is uniek, en het zal vast iedereen benieuwen waar dit op zal uitdraaien. Sophia begint van onze soort te houden, ze is er dag en nacht mee bezig. De mens is alles voor haar. Op een dag is het tijd voor de mens om de school te verlaten, en de wijde wereld in te gaan. Als kinderen die op de trein worden gezet. Dan gaat er iets mis.


Op het moment van vertrek wordt Sophia overweldigd door een diepe bewondering en ontroering. Wat is deze lichting toch geweldig. Ze zijn echt uniek, en uitgerekend zij moeten naar zo'n eenzame uithoek.
Ze is de juf die op de laatste dag van het jaar de hoogste klas uitzwaait, ze rent mee op het perron. Ze wil beheerst blijven, maar zo geweldig als dit wordt het nooit meer. Plotseling neemt Sophia een besluit: ze laat alles achter en klimt aan boord. Ze gaat met haar schatjes mee.

En zo is het gegaan.
Met z'n allen zitten we in een uithoek van de melkweg. Met moeder Sophia in ons midden zijn we begaafder dan wie ook, en zijn we op de hoogte van onze goddelijke herkomst. Dankzij Sophia kan de mens eeuwig blijven leren, en zijn eigen moraal corrigeren.
Maar haar komst gaf ook een probleem. Toen bekend werd dat Sophia was meegekomen, was er één slangachtig wezen dat verschrikkelijk jaloers werd. Zonder Sophia zou die geen boodschap hebben aan de komst van de mens. De aarde is immers niet geschapen voor hen. Maar met Sophia was er een levenslink tussen de aarde en de bron. De mens is uitverkoren.

De slang wil ook worden uitverkoren, en nestelt zich in het zonnestelsel, in de buurt van Sophia. Het loopt uit de hand. De slang krijgt niet wat hij wil, en Sophia houdt zich naar buiten toe stil. Ze zal zich enkel nog manifesteren als Moeder aarde. Vanaf dat moment is Sophia onze schepper en onze aarde tegelijkertijd. Wie met haar in contact staat, staat in contact met zijn oorsprong, en is sterker dan welke slang ook.
Dit gaat lange tijd goed, maar er zijn tijden waarop de mens controle verliest en te veel fouten maakt. De slangen blijven wraakzuchtig want de mens is zo veel begaafder dan zij. Als zij niet kunnen worden zoals de mens, dan moet de mens maar worden zoals zij. Zonder compassie en zonder spiritualiteit. Voorspelbaar en te programmeren.
Ze maken ze ons bang voor de dood, want dan is de mens op zijn zwakst. Ze zoeken onze zwakte schakels. Ze geloven dat ze de mensheid langdurig kunnen afleiden en ervan kunnen overtuigen dat Sophia helemaal niet bestaat.
Het is alsof iemand een goede schaker voorhoudt dat hij met zijn stukken moet gaan dammen. Wij zijn die schaker. Zodra de schaker weet dat hij eigenlijk moet schaken kan hij iedereen aan. Sophia weet wat er gaande is, maar zij houdt zich stil. Ze heeft alle vertrouwen in ons. Zij kent ons als geen ander en weet wat onze kracht is. Wij zijn immers ooit voortgekomen uit haar school, en uit haar voorstellingsvermogen. 
Het gnostische scheppingsverhaal gaat niet over een mens die vertrouwt op een God, maar over een God die vertrouwt op de mens.

Bron: John Lash en de geschriften van Nag Hammadi

Geen opmerkingen: