De Plato-code en 432 Hz frequentie

In 1939 streefde propaganda-minister Joseph Goebbels naar de invoering van een vaste frequentie voor alle muziek wereldwijd, van 440 Hz. Dat kwam in plaats van de 432 Hz of 435 Hz die tot dan toe gebruikelijk was. Het gaat hier om de muzikale vibratie en de intervallen van die vibratie, bij het beluisteren van de toon A.

Goebbels slaagde er niet in, maar in 1955 werd deze standaard van 440 Hz uiteindelijk alsnog ingevoerd, ditmaal door de Internationale organisatie voor Standaardisatie (ISO).

Een groep van 20.000 Franse topmuzikanten en componisten tekende protest aan en stemde unaniem voor het behoud van 432 Hz, maar de beslissing van het ISO is nooit meer teruggedraaid.
Wie na de oorlog is opgegroeid is bijna niet anders gewend.

Willen we nu nog 432 Hz horen, dan hebben muzikanten de juiste stemmer nodig, of een speciale applicatie die opgenomen muziek een subtiel tikje lager maakt. De officiële reden voor de wijziging en standaardisatie was dat instrumenten met 440 Hz beter op elkaar af te stemmen zijn, maar dat klinkt als een greep uit het grote niets. Wat is er aan de hand met 432 Hz?


Het vinden van de juiste toon speelt een belangrijke rol in de traditie van meditatie in het Boeddisme en Hindoeïsme: Ohm.

Ook de Suffi's kennen hun geheimen: Wie het geheim van de toon kent, kent het mysterie van het universum. (Hazrat Inayat Khan, Muziek, 1959).

En Confucius: Wie de moraal van het bestuur wil beoordelen, moet afgaan op de kwaliteit van de muziek. 


Confucius had het niet over genres of melodieën die gespeeld werden, maar over de toonvibratie. Chinese keizers hadden strenge richtlijnen opgesteld voor de frequentie van de instrumenten van de muzikanten: 432 Hz. Een zelfde beeld tekent zich af in Europa. De oorspronkelijke Stadivarius-viool was specifiek ontworpen voor 432 Hz. Bijna alle instrumenten die zijn gevonden uit het oude Egypte en het oude Griekenland bleken deze frequentie te kunnen bereiken. In het oude Sumerië werd tijdens sjamanistische ceremonies gestreefd naar 432 Hz om de juiste healing te bewerkstelligen.

432 Hz was de enige frequentie met een perfecte harmonieuze balans. De frequentie is in staat om de 'harmonie der sferen' van Pythagoras te produceren, een formule die onlangs ook is ontdekt is het werk van Plato. De frequentie maakt gebruik van de de formule 'Phi' (de 'gulden middenweg' van Aristoteles / Fibonacci-rij), een patroon dat verborgen is in de constructie van veel heilige gebouwen.

Fibonacci-rij
De diameter van de maan heeft een verhouding tot de diameter van de zon als 432 x 5 tot 432,000 x 2, in de precessiecyclus duren twee tijdperken (aeonen) precies 4320 jaar, een dag is 432.000 seconden x 2, en dat staat weer in verband met onze gemiddelde hartslag van 60 per minuut. Wij zijn zelf 432 Hz.


Plato-code

Voor zover we weten was Pythagoras de eerste die beschreef dat de planeten en sterren 'muziek maakten' (bekend geworden als de harmonie der sferen). Pythagoras beschreef deze muziek als een zichtbaar patroon in de sterrenhemel.
Plato heeft dit patroon nooit letterlijk beschreven, maar in veel teksten uit de oudheid wordt gesuggereerd dat Plato het patroon zou hebben gecodeerd. Moderne wetenschappers hebben dit idee lang van de hand gewezen, maar Jay Kennedy, een Britse onderzoeker aan de Universiteit van Manchester, was in 2010 de eerste die claimde dat de code wel degelijk bestaat. Sterker nog, hij had de code gekraakt. Kennedy toont aan dat Plato gebruik heeft gemaakt van een patroon van symbolen, die zijn boeken letterlijk een muzikale structuur geeft.

Na een intensieve tekststudie van de originele Plato, ontdekte Kennedy dat in de Republiek steeds bepaalde clusters van woorden voorkomen die gerelateerd zijn aan muziek: telkens opnieuw na exact één twaalfde van de tekst, uitgeteld naar het aantal woorden.
Dit patroon vertegenwoordigt de twaalf noten van de Griekse muzikale toonladder. Sommige noten daarin zijn harmonisch, anderen zijn dissonant. Op de plekken van de harmonische noten beschreef Plato geluiden die wij associëren met liefde of lach, en op de plekken van de dissonanten beschreef hij geluiden die gekoppeld zijn aan oorlog of dood. Dat was de hint, waarna Kennedy achter de code kwam die door het hele werk van Plato is verweven: 'Als we zijn boeken lezen, worden onze emoties bespeeld volgens een vakkundig systeem. Plato bespeelt de lezers alsof ze instrumenten zijn'.

Plato heeft het systeem vermoedelijk ontworpen voor zijn eigen veiligheid. Het was levensgevaarlijk om te publiceren dat het universum niet geregeerd werd door Griekse goden maar door wiskundige wetten. De gecodeerde informatie vormt in feite de verborgen filosofie van Plato, hij anticipeerde daarmee op de wetenschappelijke revolutie, 2.000 jaar later.
Kennedy probeert nu zorgvuldig alle symbolische lagen in het werk van Plato te ontrafelen, en hij geeft er regelmatig lezingen over aan het instituut in Manchester. "Het is alsof je Plato ziet lachen: hij heeft ons een tijdcapsule gestuurd."

De geheimen van muziek zijn belangrijk, want muziek speelt een essentiële rol bij het activeren van de rechterhersenhelft. Het is het enige medium waarbij links en rechts in het hoofd in evenwicht zijn en samenwerken.
Het was de tijd van de Grieken dat de moderne mens in een denkmodus gebracht waarin we eenzijdige nadruk zijn gaan leggen op taal, analyse en geld (en juist De Republiek van Plato doet daar hard aan mee).
Het paradoxale is: het zijn dezelfde Grieken die exact hebben beschreven hoe we die andere rechterhersenhelft het best kunnen activeren. Door de instrumenten anders te stemmen.

De vraag is natuurlijk wat die frequentie met ons doet. Geeft het echt een meer zuivere ervaring, meer rust? Test het zelf:



Niet? Maak gebruik van de pauze-knop om fragmenten te vergelijken:




Zowel taal als voeding spelen een grote rol bij het controleren van onze mind. Het systeem is erop gericht dat we niet in contact staan met onszelf en ons bewustzijn; en de toon vormt in feite een nieuwe component in hetzelfde verhaal. De juiste toon is van invloed op de hartslag, het zenuwstelsel, de bloeddruk, de spijsvertering...


Breakaway civilization

De vraag is ook wat voor geheimen Goebbels kende, dat hij als professionele propaganda-man zo ijverde voor een wereldwijde inperking van onze muzikale ervaring, uiteraard enthousiast overgenomen door de erfgenamen van Goebbels: de VN en de EU.
De groep van Goebbels hield zich ook bezig met technologie rond crowd control en hypnose, en aangezien de masterminds gewoon naar de VS zijn vertrokken, kunnen we alleen maar zeggen dat ze daar veel succes mee hadden.

De intrigerende vraag die daar weer op volgt is welke plaats deze geheimen hebben in een zogenaamde breakaway civilization. Het idee is dat bepaalde informatie er altijd is geweest, maar dat dit voor een grote meerderheid van mensen lange tijd verborgen is gebleven. Het hoort bij het tijdperk van macht.

In verband met Nazi-Duitsland wordt vaak gewezen op geheime luchtvaarttechnologie, maar dat was zeker niet het enige. We weten dat de Nazi's een connectie hadden met de vrijmetselarij, maar waar hebben die dat weer vandaan?
De geschiedenis van de vrijmetselaars wordt niet overal even goed weergegeven, maar laten we eens beginnen met de Orde van Tempeliers, dat was een groep mensen die rond het jaar 1100 een thuisbasis hadden in de Provence, Zuid-Frankrijk. Wie waren zij en wat wisten zij?

Chartres
Het eerste wat we weten van de tempeliers is dat zij vanuit de Provence (Zuid-Frankrijk) naar Jeruzalem vertokken ten tijde van de opkomst van de islam. We zijn dit gaan kennen als de eerste kruistocht en het beleg van Jeruzalem (1099).
Voordat zij vertrokken hadden de tempeliers contacten met rijke families in de Provence die ooit uit het heilige land waren vertrokken om onder het juk van Rome uit te komen. Met hun informatie slaagden de tempeliers erin om in Jeruzalem het geheim van de Kabbalah te ontfutselen onder de plek van Salomo's tempel.
De kruistocht bleek vooral te gaan om dat ene geheim: de Kabbalah was het laatste Egyptische gebruik van de eerste joden. Eenmaal in de handen van de tempeliers, werd de Orde plotseling heel machtig. Men begon een banksysteem, en ging de eerste grote kathedralen bouwen voor de katholieke kerk (zie Fulcanelli: Mystery of the cathedrals).

De imposante kathedraal van Chartres is het beste voorbeeld: Chartres was ooit een klein stadje, maar het ligt op een knooppunt van ley-lijnen die Stonehenge verbinden met Gizeh. De tempeliers maakten het in het begin van de 13e eeuw tot een centrum met een bepaalde energiefrequentie. De werking daarvan is nooit helemaal doorgrond.
Toen bleek dat de tempeliers veel rijker waren dan de kerkautoriteiten en monarchen, en de eigen agenda van de tempeliers aan het licht kwam, leidde het tot een breuk der machten. Veel tempeliers werden vermoord maar een aantal wist op tijd weg te komen of zich weg te kopen. Zij vestigden zich in Malta en naderhand in Schotland, vanwaaruit opnieuw een machtsblok ontstond. De geheime informatie die de tempeliers bezaten is in de volksmond bekend geworden als de heilige graal.

Het zijn in feite bezweringen waarmee de materiële werkelijkheid kan worden vervormd, en waarmee dus de grote illusie van de materiële werkelijkheid kan worden beheerst. De illusie van de materiële werkelijkheid..  het is een idee waar de zogenaamd ontwikkelde mens totaal niet bij stilstaat, maar zo ver reikt het wel.
De overname van de Kabbalah of de heilige graal uit de Egyptische mysteriescholen wordt dan de belangrijkste episode uit de geschiedenis van de laatste 1000 jaar (zie Christopher Everard, the antichrist conspiracy, en het werk van Bill Donahue)
Het probleem is niet de Kabbalah zelf of welke pre-joodse traditie dan ook.. het probleem is dat heilige kennis uit betere tijden op een gegeven moment in de geschiedenis is ingepikt. Omwille van macht.
Vanuit Malta en Schotland (de 33e graad van vrijmetselarij) zijn uiteindelijk de Verenigde Staten gesticht, en later Israel, en dat zijn de bases geworden vanwaaruit de Nieuwe Wereldorde vorm moet krijgen. Het doel is bekend: mensen arm, afhankelijk en onwetend te houden. Aan de kern ligt precies dezelfde bron die de tempeliers van het jaar 1100 plotseling zo succesvol maakte.


Bron :

Sedona - The frequency of the universe

Science daily - Science historian cracks the plato code

The cosmic 432 & the musical conspiracy


'Plato's forms, Pythagorean Mathematics, and Stichometry' van Jay Kennedy is verkrijgbaar bij de Universiteit van Manchester.




21 december

Profeten uit India en Egypte, sjamanen van Aboriginals, Zulu's, Inca's, Azteken en Hopi's hebben in het verleden voorspeld dat er aan het eind van 2012 een grote overgang plaatsvindt naar een nieuw tijdperk, en dat los van elkaar. De meest volledige bijdrage hierover in het Nederlands komt bij mijn weten van Marcel Messing (nieuwsbrief van 20 december). 
Over dit jaar is veel geschreven door Peter Toonen en Johan Oldenkamp. Een tijdperk van 5026 jaar loopt rond 2012 ten einde, de zogenaamde Maya-kalender stamt af van een beschaving van vóór de Maya's, en beschrijft onze materiële werkelijkheid als een afspiegeling van een dynamiek van krachten boven ons. Rond deze tijd komen volledig nieuwe krachten centraal te staan, en dat heeft z'n effect op bewustwording. 



Een goed overzicht geeft de video 2012 Turning-point. Iedere oude traditie was op de hoogte van de processiecyclus, met daarin een duistere en een gouden tijd (door de invloed van Sirius), en daanaast de invloed van sterren op verschillende tijdperken.  
Zelfs Isaac Newton heeft een boek geschreven waarin hij de geschiedenis verklaart vanuit tijdperken en waarin hij de mogelijkheid beschrijft dat de huidige tijd een duistere is. Deze visie van Newton is echter veel minder bekend is geworden dan zijn wiskundige vondsten ... de reden: het Darwin-paradigma. 
Het 19e en 20e eeuwse dogma was dat er alleen maar vooruitgang kon zijn: de mensheid als 'soort' gaat per definitie vooruit. Anders sterft hij uit.
Het is voor ons nu de hoogste tijd om dat dogma los te laten. Voor de argeloze observator is 2012 een kans om de machten van de wereld te doorgronden (we staan er namelijk belabberd slecht voor). Vervolgens is het voor iedereen een grote uitnodiging om aan ons innerlijk te werken, en dat is de enige uitweg. 

Ken uzelve. Neil Kramer beschrijft dat trouwens als een grote paradox. We kunnen in contact komen met onze bron, maar alleen als we onszelf kennen. Alleen we weten wie we zijn, als we de meest duistere kanten van onze eigen persoon onder ogen zien, alleen dan kunnen we in contact komen met het veld, het eeuwige weten, en kunnen we onze identiteit helemaal loslaten.

Wij zijn niet de persoon die we in de spiegel zien en die we iets vreemds horen zeggen of zien doen. Wij zijn niet onze persoonlijkheid, wij zijn altijd al iets geweest dat daar bovenuit stijgt. Maar het paradoxale is dat we daar pas toegang toe hebben als we de persoon in de spiegel volledig leren kennen.  
Het begint met zelfkennis. Neil Kramer heeft een heel hoofdstuk gewijd aan zelfheling (undoing woundedness), omdat het enorm veel kennis kan opleveren, én omdat 'woundedness' in de weg zit bij persoonlijke groei. Negatieve emotionele patronen / negatieve bedrading kan heel diep zitten, het heeft vrijwel altijd een connectie met de eerste zeven jaar van ons leven, maar er is voor iedereen een keuze om die te doorbreken. Het ellendige van deze tijd is.. het lijkt allemaal heel wat met onze experts overal, maar we krijgen in feite treurig weinig aangereikt hoe we dat kunnen doorbreken. 

Je kunt het zelfs heel ver schoppen in de zakenwereld als je jezelf ooit hebt aangeleerd om jezelf te overschreeuwen, om macht uit te oefenen over anderen. Je kunt het misschien nog wel verder schoppen met je 'carrière' als je jezelf ooit hebt aangeleerd om nooit vragen te stellen. 
Het gaat vaak gepaard met een heel diepzittende overtuiging: ik ben nu eenmaal zo, zo is het leven nu eenmaal, en dat hebben mensen maar te accepteren. En dat is een misverstand. Sommige mensen zijn liever de martelaar van hun eigen lijden, bijvoorbeeld als ze zichzelf iets hebben aangepraat.
De waarheid is : we kunnen onszelf vormgeven, opnieuw vormgeven, we kunnen negatieve patronen uit de weg ruimen. En het wordt beloond: het universum is dol op mensen die een risico nemen, los van sleur komen, iets eigens gaan doen en op hun gevoel afgaan. Doe je dat niet, is ook goed, maar vaak is het doorrollen tot aan de mid-life crisis, en erg verheffend zal de tussentijd niet zijn. De buitenwereld blijft een directe afspiegeling van je binnenwereld. 
Doe je dat wel, dan begint een aantal ongewone zaken toe te nemen. Je kunt veel vaker afgaan op synchroniciteit .. dat wil zeggen, je hebt een eigen wil, maar synchroniciteit laat van zich horen - precies op de juiste momenten "toevallig" de juiste mensen tegenkomen, de juiste ervaringen hebben, de juiste kansen krijgen. We moeten onszelf toestaan stil te staan, stoppen het oude model van normaliteit hoog te houden. De weg wordt vanzelf vrijgemaakt voor een soort magische glans, al zal het even duren voordat je die herkent.

En het begint dus met zelfkennis. Ik zat zelf te denken aan een ongemak dat ik voel als ik in vrije tijd (de tijd waarin dingen leuk moeten worden gevonden in tegenstelling tot werk dat niet leuk hoort te zijn) word voorgesteld aan een reeks vrienden van vrienden. Niets wereldschokkends, maar ik had mezelf aangeleerd om zelf meteen een dominante rol te spelen. Ik ben kort voor mijn 30e verjaardag eigenlijk pas goed gaan graven, vóór die tijd deed ik ook mijn werk en leuke dingen, maar als ik de periodes naast elkaar zet, kan ik me wel iets voorstellen bij de term 'weglopen voor jezelf'. Het is wellicht een eindeloos proces, maar dat maakt alles weer zo boeiend. Kijk om je heen, en vraag je eens af hoeveel mensen weglopen voor zichzelf. 

Het controlesysteem is zo belachelijk dat het eigenlijk alleen kan blijven bestaan bij gratie van mensen die de weg kwijt zijn. Het systeem is corrupt, het barst van de leugens, het bedenkt oorlogen en ideologieën, het houdt ons via onderwijs vast in taal en het geloof in taal, het is bang, het censureert privé-mails (heb ik ervaren), het maakt ons lichamelijk ziek zodat big pharma zich over ons kan gaan ontfermen, het reikt prijzen uit aan zichzelf, het houdt rituele offerandes op uitgekiende tijdstippen, en als je daar problemen mee hebt, wil het graag dat je daartegen de straat op gaat met maskertjes en je aansluit bij door hen aangewezen oppositieleiders. 
De uitdaging voor de komende maanden, volgens mij gaat het om een periode van maart 2011 tot maart 2014 (ik volg met grote interesse die Sophia-correctie van John Lash), is om diep te gaan. In onszelf. Niet bang te zijn. Ga er gerust vanuit dat 15 jaar onderwijs in ons leven ervoor heeft gezorgd dat onze intuïtie is verwaarloosd. Dat we dingen zijn gaan denken en geloven die nooit echt van onszelf waren, maar dat we dat eigenlijk altijd al wisten. Ik ben heel optimistisch; veel mensen zijn ziek gemaakt, maar tegelijkertijd neemt de kennis snel toe en is er veel welwillendheid. Met een gezond aantal gezonde geesten kan het niet anders of het belachelijke systeem zal vanzelf in elkaar donderen, dat kan nog snel gaan.




The Shining


De studie naar '2001 A Space Oddyssey' (1968) van Stanley Kubrick is al een wereld op zich, maar minstens zo boeiend is het om een weekend te duiken in 'The Shining' (1980). We kennen hem nog wel: Jack Nicholson die overwintert in een gigantisch hotel, en langzaam maar zeker gek wordt. Het is één van de meest geanalyseerde films van de laatste 30 jaar, want hij bleef hangen.. en het was natuurlijk ook niet zomaar een horrorfilm, dit was goed, het was iets nieuws, en waar ging het nou eigenlijk echt over?

Er komen nu nog altijd lagen boven die Kubrick heeft aangebacht, en iedere laag is een verdieping van de andere lagen. En dan kan het niet anders of 'The Shining' gaat over onze tijd. Een intensieve kennismaking met het werk van Kubrick laat zien dat hij zo thuis was in de aard van de huidige machtsstructuur (bv de privatisering van de federal reserve), om bewust dit soort diepgang te willen bereiken. Welkom in de wereld van filmanalyses. De voetstappen in de sneeuw staan op diep niveau voor de mensheid die eindelijk uit de vicieuze cirkel kan stappen.



Wie geïntrigeerd is, raad ik aan om eerst zelf de film helemaal te bekijken, en dan op zoek te gaan wat er over geschreven is. De laatste analyses zijn 'the shone report''the shining code', twee analyses van Rob Ager, een analyse van Juli Kearns en de recente documentaire 'room 237'. Analyses staan op het net, de documentaire is eind november nog te zien op IDFA.

Stanley Kubrick deed van 1975 tot 1980 intensief onderzoek naar subliminale beïnvloeding, en heeft er enthousiast gebruik van gemaakt in zijn film. Breng een film die voorlopig zeker niet vergeten zal worden, maar die ook voorlopig niet helemaal begrepen zal worden. Dat verklaart het perfectionisme van Kubrick ook veel beter. Het effect is dat iemand na zijn dood in feite ineens belangrijke dingen begint te zeggen over actuele onderwerpen. En het was hem er ook om te doen.

"If you really want to communicate something, even if it's just an emotion or an attitude, let alone an idea, the least effective and least enjoyable way is directly. It only goes in about half an inch. But if you can get people to the point where they have to think a moment what it is you're getting at, and then discover it ...  the thrill of discovery goes right through the heart." 
(Kubrick in gesprek met Joseph Heller, uit de archieven)


Ik ben ervan overtuigd dat The Shining een zelfde diepgang heeft als 2001 A Space Oddysey. We krijgen een spiegel voorgehouden van de geschiedenis, die achtervolgt ons nog altijd, maar: 'doe je ogen dicht en het is niet echt', zegt de chef van het hotel tegen Danny.
Wat is dat toch met dat oog?
In de scène van 2001 waarbij de mens in contact komt met de monoliet (de stargate waar hippies helemaal dol op waren), daar zitten we op een geven moment naar ons eigen oog te kijken.

OK? Dus we moeten anders gaan kijken? Nee, we gáán anders kijken. Het is de enige manier. Ideeën van Rodney Ascher zijn kort te vinden in de documentaire 'room 237', maar nog lang niet echt goed uitgewerkt.

De quantumfysica toont aan: als de perceptie van de observator verandert, dan verandert het geobserveerde. Dat is nogal iets om over na te denken. Als wij ophouden iets te geloven, zal het ophouden te bestaan. Pas als wij iets beginnen te zien, begint dat iets te bestaan. Wij kunnen dus zelf het hele spel van de realiteit die wij dachten te kennen veranderen, en deze tijd biedt allerlei handreikingen om dat te doen, veel meer dan vroeger.
De mensen die je tegenkomt, de dingen die in je directe omgeving gebeuren, een gezonde geest heeft er zelf invloed op. Synchroniciteit bestaat, het geloof in toeval heeft zijn langste tijd gehad. Je eigen magie waarmaken, je eigen werkelijkheid creëren, volgens mij is de oudste les. Het controlesysteem is hard bezig om ons daarvan af te leiden, door ons van jongs af aan te vertellen dat zoiets helemaal niet kan, en nu door ons hele leven in kaart te brengen zodat we geen verschil meer zien tussen simulatie en werkelijkheid.

Hoe werkt zoiets? Er zijn databanks waar per persoon in de computer wordt bijgehouden met wie je contact onderhoudt, wat je leefpatroon is, je gedachtes en je ontwikkeling daarin. Met het idee dat mensen straks nog beter te voorspellen zijn in de virtuele werkelijkheid. Natuurlijk is techniek niet bedoeld om dingen gemakkelijker te maken. Er zijn computerprogramma's die uit een leefpatroon onregelmatigheden kunnen oppikken. Zoals er op luchthavens camera's zijn die onregelmatigheden oppikken. Totdat er steeds minder onregelmatigheden zijn en wij andermans leven leiden. Dat is de inzet, en die strijd (of nog een niveautje hoger: dat spel) is het controlesysteem aan het verliezen.

We groeien op met het idee dat we in een bepaalde wereld leven die er nu eenmaal is, in een bepaalde wereld die nu eenmaal volgens bepaalde principes werkt. Maar hoe absurder die wereld nu wordt, hoe duidelijker ook wordt dat er toch echt iets fundamenteels verkeerd zit met die allereerste aanname. Wij groeien niet op in een bepaalde wereld, wij zíjn die wereld.
Met alles wat ons gevoed wordt... de economie, de politiek, de wetenschap, religie, het voornaamste wat steeds blijft is: je komt er niet uit. Het is net als het doolhof van The Shining; je ziet mensen erin verdwalen, op de hoogste niveaus, en de film zit vol met verwijzingen daarnaar. En we weten ook hoe het afloopt, hoe het kan aflopen, de voetstappen in de sneeuw kunnen je achtervolgen maar kunnen je ook leiden.

Elektrisch universum

In het lijstje Nikola Tesla en Edward Leedskalnin horen nog een aantal namen van wetenschappers die zich bezig hebben gehouden met elektro-magnetische krachten in het heelal : Walter Russell, Viktor Schauburger, Wilhelm Reich en Rudolf Steiner. Een overdonderende uiteenzetting over de zorgvuldig weggestopte waarheid van elektro-magnetisme geeft Stelios Tapinakis, zie onderstaande video (vanaf 21:00)




De deeltjesversneller is eigenlijk een belediging voor de natuurkunde - het is in feite irrelevant voor hoe het universum echt werkt, het leidt de knapste koppen af, en het doet iets met de psyche.

De deeltjesversneller
Wat er gebeurt: wetenschappers vormen de nieuwe priesterklasse. Net als de priester, vormt de mainstream wetenschap een buffer tussen mensen en de echte vragen. We hoeven de belangrijkste vragen niet meer te stellen - want dat heeft de wetenschapper al gedaan.
Hij werkt immers wetenschappelijk, en dat is iets met trial en error, ja toch?
Maar een kind weet: dit gaat over meten, niet over begrijpen.

Het probleem is: als je doorzoekt blijkt de mainstream wetenschap net zo'n grote fraude te zijn geweest als in zijn tijd het heilige boek. De CO2 scam is maar een klein voorbeeld van hoeveel geld er omgaat in de hele tak, en hoe de onderzoeksresultaten al klaar liggen. De volgende stap is de geneeskunde en de transhumanistische agenda, en ook de rest steunt op belabberde paradigma's die hoe dan ook gaan omvallen. Newton had perfecte metingen van symptomen, maar symptomen zijn geen wetten. Zelfs Einstein had moeite met het idee dat wij zelf verbonden zijn met datgene wat we onderzoeken.

Er was een handjevol eigenzinnige wetenschappers die zich niks aantrokken van de paradigma's van het dode universum. Daar komt het op neer: de aanname dat het universum dood is, dat is waar studenten mee doodgegooid werden op universiteiten. Dat wij eenzame toevallig levende wezentjes zijn in een grote melkweg waar sterren aan het opbranden zijn.

Zo werkt het dus niet. Alles is met alles verbonden. Wij met de aarde en de aarde met de zon. Niels Bohr schreef ooit al: "geïsoleerde materiële deeltjes zijn abstracties; hun eigenschappen zijn alleen te definiëren en te observeren door hun interactie met andere systemen".
Atoompjes hebben feitelijk geen onafhankelijk bestaan, de volgende stap is ook al beschreven: atomen zijn voor meer dan 99.999% leeg - lege ruimte. En dan is het spijtig voor alle Shell aandeelhouders en hun troonopvolgers, maar alles is elektro-magnetisme, elektro-magnetisme en leugens.
Hoe zou het toch komen dat het zo gevaarlijk is als mensen iets concreets ontwikkelen dat is gebaseerd op gratis energie ?  Edward Leedskalnin was 20 jaar alleen, en heeft alleen diep in de nacht met zijn apparaat gewerkt (Coral Castle) - met reden; andere voorlopers zijn eerder aangepakt.
Nulpuntenergie is altijd een verlengstuk van de bestaande elektro-magnetische krachten in de aarde. De kwestie is enkel om die te begrijpen, en dat deden ze.

Bestudeer Nikola Tesla, Edward Leedskalnin, bestudeer het elektrisch universum (thunderboltsproject), en lees al het werk van Walter Russell, Viktor Schauburger, Wilhelm Reich en Rudolf Steiner. Niet alleen de thema's die op het internet gehighlight worden, want dat geeft soms een sterk vertekend beeld. De stof komt volgens mij overeen met het boek van Michael König over quantum-natuurkunde (Das Urwort).

Meer informatie: zie Eric Dubay

De oorsprong van de gnostische beweging


Door: John Lash, 2006   (www.metahistory.org)

Eén van de grootste problemen bij de studie van de Nag Hammadi-geschriften, is de vraag naar oorsprong. Wie schreef deze teksten, en waar kwamen de auteurs vandaan? Zelfs als we aannemen dat de Koptische teksten vertalingen zijn van oorspronkelijke teksten van gnosten, verspreid over Egypte en het Midden-Oosten, dan nog is de vraag waar de gnostische beweging zelf vandaan kwam.

De geschriften zijn vrij gebrekkig en niet zonder fouten op perkament gezet. Gekopieerd en vertaald door Koptische scribenten: monniken die in hun isolement mogelijk erg weinig begrepen van wat ze vertaalden. We weten niet of de Griekse teksten die ze gebruikten in goede staat verkeerden, ook niet waarom de monniken de taak kregen om de vertalingen te maken. Vermoedelijk bestond het origineel uit de grove aantekeningen van studenten van de mysteriescholen, of wat daar tweeduizend jaar geleden nog van over was. Die aantekeningen zijn dan vertaald in een soort Koptisch snelschrift of stenografie, bijna als een   schrijfoefening voor scribenten - duidelijk niet met het doel om het materiaal zorgvuldig te bewaren. Het is moeilijk om voor te stellen, maar feit is dat het waardevolle materiaal op een zeer slordige wijze is overgeleverd.
We weten niet wie de geschriften in Nag Hammadi heeft verborgen en waarom. Waarschijnlijk was er een connectie met de tempel van Hathor in Dendera, op steenworp-afstand van Nag Hammadi (zie uitleg). Mogelijk werden de originele teksten bewaard in de bibliotheek van Alexandrië, maar ook dat is onbekend. Er is archeologisch bewijs dat er gnosten waren rond de Middellandse Zee en in de buurt van de Dode Zee, in kampen van de Zaddikim.

Naast de tekstuele oorsprong is er een nog veel belangrijkere vraag: waar kwamen de gnosten zelf vandaan? Veel huidige wetenschappers zien dit als een onoplosbaar vraagstuk, dat daarom geen tijd en aandacht verdient. Zij hebben doorgaans alleen interesse in het Koptische materiaal voor zover dat iets openbaart over de oorsprong van het Christendom, niet over de oorsprong van de Gnostiek of de leer van de mysteriescholen.

Dat is niet altijd zo geweest. Honderd jaar geleden, een halve eeuw vóórdat de Nag Hammadi-geschriften opdoken, waren wetenschappers bezig met de Askew, Ahkmin, en Berlijnse codices. Er waren mensen die vergaande interesse hadden voor de prechristelijke oorsprong van de gnosten. In de tijd dat Doresse The secret books of the Egyptian gnostics publiceerde (1958), was er nog een levendig debat over de vraag waar de gnostische beweging vandaan kwam. Doresse, die zich als katholieke archeologe nadrukkelijk afkeerde van de Gnostiek, was vreemd genoeg de enige wetenschapper van ná Nag Hammadi (1945) die iets zinnigs kon zeggen over de oorsprong van de beweging. En zo ligt de studie naar de geschiedenis van de gnosten er eigenlijk nog altijd bij.

En dat is een lange en verwarrende geschiedenis - hij voert van Ephesus, oostwaards langs Hattusa de hoofdstad van de Hettieten, diep in Klein-Azië: eerst naar Harran, waar Abraham aankwam na zijn verbanning uit het rijk van de Chaldeeërs, vervolgens naar Ctesiphon en de legendarische markten met barnsteen; dan naar het Parthische rijk, plaats van de beste boogschutters ter wereld, langs de verspreide nederzettingen van de Sabaiers, sterrenstaarders die de geheimen van de dertien aeonen lazen, vervolgens dieper Azië in, voorbij het Nineveh van de courtisanes, langs Ecbatana, stad van rook en honderd poorten, tot in het noorden richting de Kaukasus en de Kaspische Zee, en in het zuiden tot aan de hoogvlakte voor de Hermonberg (Golan) en de berg van Seir (Jordanië).

Het gebied reikt tot aan het huidige Azerbeidzjan en het noordwesten van Iran. Doresse schreef: "Daar vinden we legendes van vóór de tijd van de Gnostiek - de legendes die de Hermonberg tot een heilige berg maken, de veronderstelde woonplaats van de kinderen van Set aan het begin van het bestaan van de mens." (p.255)


Als we het thuisland van de gnosten eenmaal op de kaart hebben gezet (de zwarte stip midden bovenaan), komt er een aanmerkelijk feit aan het licht: het plateau van Urmia was precies de geboorteplek van de antieke culturen in Mesopetamië, verbonden met de Vruchtbare Halvemaan - de overgang tussen het verre Oosten en de Middellandse Zee. Zie een uitgebreid overzicht met meer details.


De orde van Magi

De gnosten noemden hun wijzen 'Kinderen van Set' - en er is een korte verwijzing naar Set in Genesis 4: Set  is een zoon van Adam. Behalve over zijn bestaan is er in de Bijbel niets over hem te vinden. Set behoort tot de andere kiem, afgezonderd van de Joods-Christelijke versie van de 'heilige' geschiedenis. Kennelijk staan de gnosten vanaf hun vroegste geschiedenis al buiten spel, buiten de conventionele kijk op het westerse geestelijke leven.


Adam had opnieuw gemeenschap met zijn vrouw; zij baarde een zoon en noemde hem Set. 'Want', zei ze, 'God heeft mij een andere zoon geschonken in de plaats van Abel die door Kaïn is vermoord.'                    (Genesis 4:25)

Gaan we echter af op de gnostische kijk op Set, dan lezen we dat de kinderen van Set openbaarders waren die in lange traditie stonden van geheime kennis - overgeleverd uit een ver verleden door diegenen die de illuministische methode (Gnosis) konden doorgronden. Volgens de gnosten vormden  de kinderen van Set een soort priestercorps : de Orde van Magi. 
Dit was een van de oudste spirituele organisaties ter wereld, die kon werken in unieke culturele omstandigheden in prehistorisch Iran. 
In een interessant boekje over de gnosten oppert Jacques Lacarriere dat Gnosis een pad van verlichting was, gebaseerd op oude sterrenkunde. Volgens de historicus Josephus werden de kinderen van Set overal aanbeden als hemelse zieners die 'de wetenschappen van de hemellichamen en hun patronen hadden ontdekt'. (Antiquities, I.68-72)
Duitse wetenschappers zoals Gustav Widengren, Richard Reitzenstein en M.H. Schraeder hebben in hun tijd diepgravend onderzoek gedaan naar de Orde van Magi, met als doel om de achtergronden van de Iraanse religie het Zurvanisme te begrijpen.
Zurvanisme is van belang want het is de kiem van de doctrine van kosmische dualiteit (hemel & hel), dat we terugvinden in alle monotheïstische godsdienten. Dat idee kan worden verbonden aan de Perzische profeet Zoroaster en is verspreid door leden van de Orde van Magi. 

Reitzenstein (1861-1931) had het idee dat gnostische beginselen moeten zijn beïnvloed door de dualiteit van het Zurvanisme, maar in feite is Perzische dualiteit hét grote raadsel in de geschiedenis van religie. Geen enkele wetenschapper heeft ooit de achtergronden van Zarathustra kunnen verhelderen, zelfs Mircea Eliade niet.
Absolute kosmische dualiteit van Goed versus Kwaad is hét centrale thema van Iraanse religie, maar het is een type dualiteit dat we niet terugvinden in de gnostische geschriften van Nag Hammadi.

Om de gnostische leer te begrijpen is het volgens mij van belang om een onderscheid maken tussen dualiteit uit enkelvoudige bron en dualiteit uit twee verschillende bronnen. Het laatste is typerend voor de gnostische geschriften, en het wordt daar zorgvuldig uiteengezet. In de gnostische Sophia-mythe is er geen interne tweestrijd in de Godheid (Pleroma), maar wél is er zoiets als een afwijkende projectie, wat een soort scenario van twee-werelden met zich meebrengt. Het is de werkelijkheid als een hologram van twee bronnen, zoals die wordt beschreven door Philip K. Dick in Valis

Reitzenstein had niet genoeg materiaal om te erkennen dat gnostisch dualisme in principe een twee-wereld systeem is. Dat betekent dat Goed en Kwaad niet uit één en dezelfde bron komen, en dat Goed en Kwaad dus ook geen tegenstelling vormen. Dit rigide conflicterende dualisme is echter een centraal gegeven in de Zoroastrische doctrine, geërfd van een extremistische secte in Palestina, de Zaddikim aan de Dode Zee. Het is ingelijfd in het Christendom als een dodelijk virus, terwijl gnostische zieners het dualisme volledig afwezen. Volgens gnosten was het probleem van de mensheid niet het kwaad, maar de feilbaarheid. Gnostische ideeën zijn wonderbaarlijk fijn en genuanceerd als het gaat om het probleem van feilbaarheid en menselijke verantwoordelijkheid. 


De precessiecyclus

Hoewel Set in de Bijbel dus verder niet wordt genoemd, zijn er toch erg veel astro-mythologische volksverhalen van de hemelse zieners in het Oude Testament terechtgekomen. In het Nieuwe Testament verschijnen de Magi als 'de wijzen uit het oosten', bij de geboorte van Jezus.
In feite heeft de Bijbel wel aandacht voor deze astronoom-priesters, maar dan als de Chaldeeërs: een misleidende bijnaam, die is afgeleid van het Sumerische Kasdim, en gerelateerd aan het Hebreeuwse Chesed en Chassidim, 'de vromen': een ultra-conservatieve secte van de Zaddikim.
Er is in de Bijbelse bewerking dus eigenlijk steeds de tendens om elementen van Chaldeeërs samen te voegen met die van de Orde van Magi, op die manier legitimiteit verlenend aan de macht van patriarchen. Een leer die non-interventie gebiedt (tussen mens en het goddelijke) werd via associatie verbonden aan vanzelfsprekende macht van patriarchen.

Volgens klassieke bronnen (Aristoteles, Plinius en Plutarchus) bestond de Orde van Magi 6.000 jaar voor de dood van Plato. De legende dat Zarathustra leefde in het zevende millenium voor Christus wordt ondersteund door een aantekening in de kantlijn van Alciabides I, een werk dat wordt toegeschreven aan Plato. In een prachtig boekje Plato Prehistorian, brengt Mary Settegast de opkomst van de Orde van Magi in verband met het tijdperk van de tweelingen, rond 5.500 BC (voor Christus). Zo wordt dualiteit  meestal geassocieerd met het sterrenbeeld Tweelingen.
 Tweelingen, 5600 BC
In het groot jaar duurde dit tijdperk van 6.200 tot 4.300 BC (Dendera Zodiac). Door gebruik te maken van de precessiecyclus kan Settegast historisch onderzoek beter plaatsen en kan ze de antieke bronnen over Magi in verband brengen met archeologisch onderzoek. Indoloog en mytholoog Alain Danielou en historicus William Thompson gebruiken dezelfde techniek. Er is een indrukwekkende correlatie tussen de precessietijdperken en archeologische vondsten. Een voorbeeld is een wit marmeren beeldje gevonden van twee godinnen, gevonden in Catal Huyuk, precies in een laag die gedateerd kon worden op 5.600 BC, en er zijn nog talloze vergelijkbare voorbeelden. Astronoom-priesters van de Orde van Magi en andere sterrenstaarders van Hibernia tot in de Indus-vallei moeten de precessiecyclus hebben gebruikt om de loop van menselijke gebeurtenissen in kaart te brengen.




Het Urmia meer

Het hart van de gnostische beweging
De periode waarin de gnostische beweging opkwam kan grofweg worden geplaatst in de Hajii Firuz-cultuur (5.500 - 5.000 BC) in het noordwesten van Iran en in Turkmenistan. Het spirituele hart van de gnosten lag in de Urmia-bekken (zie het kaartje). Op zichtbare afstand ligt het Van-Meer en de berg Ararat, waar volgens de overlevering de Ark van Noach is gevonden. Op zichtbare afstand van het Urmia-meer is de witte berg Seir, en ook dat is nog altijd een heilige berg.  



Opgravingen in Hajii Firuz hebben rijk archeologisch bewijs aan het licht gebracht, waaronder een keramisch bord van de Halafi cultuur van Palestina, dat wijst op contacten tussen Urmia en Palestina. De achtergrond is een motief van zestien bloemblaadjes, de signatuur van de mysterie-cellen. De leer, de organisatie en de techniek van de mysteriescholen komen waarschijnlijk allemaal uit de oude Iraanse traditie. Volgens Settegast was er een belangrijk antiek Magi-centrum aan het Urmia-meer. 


De Orde van Magi heeft zich vanuit het Urmia-bekken verspeid in alle richtingen. Noordelijk naar de Kaukasus, zuidelijk naar Irak, oostelijk naar India en westelijk naar Klein-Azië (het huidige Turkije) en Europa. In Eridu, ten zuiden van het verborgen hart van de gnostische beweging brachten zij kennis van de precessiecyclus over op de eerste Sumerische theocraten.
Toen kennis over de precessie eenmaal in handen was van staatspriesters, verloor het haar waarde in de educatie. De telestai die zich wijdden aan het gidsen van de mensheid kwamen in conflict met andere leden van de Magi die meer politieke doeleinden hadden. Dit soort duistere aangelegenheden leidde tot een uiteindelijke splitsing van de Orde van Magi.

Het probleem van de Magi is voor Iranologen één van de boeiendste, maar ook één van de moeilijkste in de geschiedenis van de antieken  (Settegast, p. 215).

Ziener of verlosser


Zo moet de Orde rond 4.000 BC langzamerhand zijn opgesplitst in twee verschillende takken: de Gnostiek en de Illuminati, zoals we ze nu noemen. De twee takken hadden verschillende motieven en methoden. Leden konden de titel vaedemna verkijgen (en dat betekent zoiets als "ziener" of "wijze"), maar ook de functie van priester, die officiële functies bekleedde en de theocraten uit het Midden-Oosten adviseerde over politiek en sociale moraal (Farsi zoatar -> Grieks soter = verlosser).
Het is precies in de tijd dat mensen in steden worden ondergebracht, dit als direct gevolg van de opkomst van landbouw. Zarathustra, die volgens een oude legende aan het meer van Urmia is geboren, is de man achter de introductie van grootschalige geplande landbouw. Volgens Settegast hebben Iranologen 'conflicterende meningen over het historische milieu van de profeet' : 


 "Aan de ene kant is Zarathustra beschreven als een soort primitieve shaman; aan de andere kant als een wereldman die op goede voet stond met Choramische koningen en de politici van het hof" (p. 215). 

Dit is precies het onderscheid dat wetenschappers voor een probleem stelt: is Zarathustra een shaman / ziener, of is hij een priesterlijke bemiddelaar die zich inlaat met de politiek ? Omdat de cultivering van de aarde centraal was in de boodschap van Zarathustra, 'moesten missionarissen zowel thuis zijn in landbouwtechnieken als in religieuze dogma's' (p. 220)
Dit laatste klinkt ons wel erg vertrouwd in de oren, nietwaar? Leden van de Orde van Magi die controle kregen over sociale organisatie: zij volgden een oud model van agressief kolonialisme dat vandaag de dag nog steeds operationeel is.

Het probleem van de Magi kan worden opgehelderd - niet volledig opgelost - als we een onderscheid maken tussen leden die bezig waren met educatie en verlichting, en zij die zich gingen bezighouden met politiek en sociale controle - later bekend geworden als de Illuminati. 

Religies die uitgaan van een verlosser zijn gebaseerd op een bovennatuurlijke bemiddelaar die de wil van een mannelijke godheid toepast; ze worden ook wel soteriologisch genoemd. In de Hebreeuwse religie is deze bemiddelaar de Messias, die de vorm aanneemt van een menselijk persoon (de koning van de Joden), of een bovennatuurlijke entiteit zoals Melchizedek (Zaddikim). In het Christendom is Jezus de incarnatie van Christus, de enig-geboren zoon van God, volgens de hybride theologie van Paulus. In de Islam neemt de verlosser de vorm aan van verschillende imams. Het Sunnie-Shia conflict gaat over de opvolging van imams na Mohammed. In  beide gevallen is de verlosser een patriarchaal figuur, de centrale autoriteit in een theocratische cult met als doel om de hele wereld te domineren door de mensheid een sociaal-spirituele orde op te leggen, gebaseerd op de dictaten van een buitenaardse Vader God die zich exclusief richt tot mannelijke demagogen.    

Perzische soteriologie is de oorsprong van de nieuwe wereldorde die vandaag de dag wordt gepropageerd door neoconservatieven en New Age fanatici. In vroegere tijden was dit het masterplan van de tak van Magi die zich gingen bezighouden met sociale technieken - de illuminati; dit in tegenstelling tot de telestai of gnosten, die zich beperkten tot educatie en verlichting. 

In de Koptische codices wordt soter regelmatig gebruikt als naam voor de gnostische meester of leraar; en de term phoster staat dichter in de buurt van vaedemna, een wijs of verlicht persoon (veda, vidya, zien / weten). Het lijken onbelangrijk details, maar ik wil erop wijzen dat een verkeerd onderscheid tussen een ziener en een priester een enorm probleem voor de mensheid kan uitmaken, met name als we het hebben over priesters die gesponsord worden door een overheid. 

Laten we de andere kant van het verhaal eens bekijken. Volgens volkstraditie en volgens huidige wetenschappers werden de Magi beschouwd als 'toegewijde dienaars van de Goden', 'meesters van leren, die de eer hadden om de kosmologische wetenschappen te initieren, de studie van de hemel, de elementen en de koninkrijken op aarde (p. 215). Wie worden hier beschreven? Missionarissen of visionairs? Verlichte vertegenwoordigers van hoge cultuur, of egoïstische kolonialisten? 

Binnen de reikwijdte van dit artikel, kan ik eigenlijk slechts herhalen dat de Magi 'een van de meest boeiende en moeilijkste problemen in de geschiedenis van de antieken' is. Dit is niet alleen een probleem voor wetenschappers, maar het gaat in principe om het lot van de hele mensheid. Dit bepaalt hoe we het menselijk potentieel beschouwen, en hoe we morele en ethische problemen benaderen waarlangs samenlevingen worden geleid. Het lange en verwarrende verhaal uit het Noordwesten van Iran brengt ons tot het kernprobleem van onze menselijke ervaring: hoe kunnen we het kwaad definiëren ?


Samengevat: gnosten hadden hun oorsprong in de Orde van Magi, maar op een cruciale manier hadden ze met diezelfde orde een groot probleem. De gnostische beweging zoals die aan de hand van Koptische geschriften uit Nag Hammadi en elders wordt geïdentificeerd, was een zijtak van de Orde van Magi. Afvalligen van de Orde van Magi.
Het conflict binnen de orde had voornamelijk te maken met twee factoren: ideologische en ook praktische. Op het ideologisch vlak verwierpen de gnosten het conflicterende dualisme van de Zurvan priesters, met dualiteit uit één bron. 

Er was ook een praktisch vlak. Shamans zijn bemiddelaars tussen de samenleving de andere wereld, de onbekende wereld. De vaedemna komt niet bij politiek of sociale controle, simpelweg omdat hij of zij andere prioriteiten heeft. Gnostische zieners zagen het als prioriteit om de traditie van openbaarders in stand te houden, de sacrale methode van instructie via goddelijk licht, en om algehele kennis door te geven aan de wereld. De zieners wijdden zich aan een heilig doel, een telos. Ze begeleidden anderen, zonder hen te manipuleren. Ze begeleidden mensen door mystieke instructie en het voorbeeld van karakter, ze zagen toe op een grens tussen hun heilige doel (onderwijzen) en politieke ambitie. De beste gids is niet een leider. De beste gids is meer een soort spion, een type dat niet graag wordt gevolgd. 


Plato en de gnostike techne  

Historicus Morton Smith heeft duidelijk gemaakt dat na het verval van de gnosten het woord 'gnosticus' pas  gebruikelijk werd (The history of the Term 'Gnostikos'). Ingewijden zoals de keizer Marcus Aurelius had het nooit over Gnostiek, ook was het niet gebruikelijk in het Judaïsme. 
Het lijkt wel voor het eerst te zijn gebruikt door Plato. In Politicus 258e-267a, verwijst Plato naar gnostike techne, "de kunst van het weten", of wellicht "de kunst van het organiseren van de dingen die mensen weten", om vervolgens te beredeneren dat de ideale politicus wordt gedefinieerd als een meester van gnostische kunst. Plato beweert: 'als zo iemand zou verschijnen, dan is het als een God die komt om de mensheid te sturen' . 

En daar staat het dan, zo duidelijk als het maar kan. Het is Plato die de discussie over politiek het goddelijke in trekt, en andersom. Zijn visie op de agnostikos is die van een adviseur in een theocratische regering, dat wil zeggen, een bestuur door de goden of diegenen die zeggen af te stammen van goden. Hoe is dit mogelijk? 

Het is bekend dat Plato geïnitieerd was in Eleusis. Als hij contact had met de telestai, hoe kan het dat zijn opvattingen zo dichtbij het programma van de illuminati staan, bij de Magi met de theocratische agenda ? 

Volgens mij ligt het antwoord in de bekende analogie van Plato's grot. Volgens de metafoor zijn objecten in onze zintuiglijke wereld slechts schaduwen die worden voortgebracht door de Eidos, de goddelijke vorm in de bovenzintuiglijke werkelijkheid. Maar.. organisch licht geeft geen schaduw. 
Mijn conclusie is dat Plato, hoewel hij geïnitieerd was, het organisch licht - het geheime medium van instructie nooit heeft aanschouwd. Als hij dat wel had gedaan, dan was hij niet gekomen met de analogie van de grot.   

Een fragment van Plato's Republiek, hét manifest van Illuminati staatsmanschap, is in Koptische vertaling gevonden in de Nag Hammadi-geschriften (Codex VI, 5). Dit is de oudste tekst in het geheel, bijna 700 jaar ouder dan de andere documenten. Qua inhoud is het behoorlijk opmerkelijk dat
de tekst van Plato aan de collectie was toegevoegd, maar tot nu toe heeft geen enkele wetenschapper dit opgemerkt.
Ik heb er eerder op gewezen dat de bewakers van de mysteriën zichzelf telestai noemden: "zij die kundig zijn". De term gnostikoi is afkomstig van kerkvaders die hen wilden bespotten, het staat eigenlijk voor: "wijsneus, betweter".  
Ik ga ervan uit dat de telestai deze term van de hand wezen, omdat het via Plato geassocieerd kon worden met de sociale technieken van de adviseurs van de theocratie. De enige gnostische secte die zichzelf wél gnostikoi noemden, was opmerkelijk genoeg een groep Carpocraten, die vasthielden aan een theocratisch scenario: de manifestering van een bovennatuurlijk wezen in een menselijk lichaam op aarde. Zij hadden afbeeldingen van Pythagoras, Plato, Aristoteles en ook van Jezus; en dit komt absoluut niet overeen met de missie en de opstelling van de telestai. (G.R.S. Mead, Fragments of a Faith Forgotten, p. 232). 



De gnosten bleven in principe anoniem in hun rol als mystici en bewakers van de mysteriën; de leraren die openlijk in de samenleving werkten hadden natuurlijk wel een naam en een identiteit, maar dat waren eerder titels dan echte namen (zoals Aesculapius). 
Er zijn slechts enkele namen van gnosten bekend geworden: Simon Magus, Valentinus, Basilides, Hypatia. 

'De vriendelijke oude man met de wijze en goedaardige slang' is een archetype of icoon van atelestes, en geen echt portret van een bestaand persoon. 
"Standbeelden van Christus hebben soms erg veel te danken aan de standbeelden van Aesculapius. De begeleider van de medicus was Gezondheid (Hygeia).. en voor wat betreft de slang: hij is de belangrijkste persoon in het heiligdom." (Atlas of the Greek World, p. 162) 






Theocratie

Wij gebruiken eigenlijk de beledigende term 'gnostisch', voor een oude beweging, waarvan leden zich tegen hun eigen glorificatie keerden, én tegen het theocratische programma van grote wijze mannen, zoals dat door politiek-georienteerde Magi is doorgevoerd. Theocratie, het prototype van mannelijk bestuur, is de ultieme troefkaart in het slachtoffer/dader-spel: als een kwellende en soms belonende tiran zijn mensen ervan kan overtuigen dat hij is uitverkoren door een God, dan heerst goddelijke autoriteit. 


Theocratie, en het hele machtscomplex waar het de aandacht op richt, was volledig afwezig in de telestische missie om te onderwijzen, te verlichten, te gidsen, te verrijken, en om het beste in de mensen naar boven te brengen. Daarin is geen plaats voor controle en manipulatie. Dit is de reden waarom de oorspronkelijke gnosten, volgelingen van shamanistische trance, zich moeten hebben afgesplitst. De Orde ontstond op het Urmia-plateau in het tijdperk van de Tweelingen, rond 6.000 BC. De afsplitsing vond geleidelijk plaats tussen 4.400 en 2.000 BC, in het tijdperk van de Stier. 


Het tijdperk van de Ram (circa 2000 - 120 BC) is het tijdperk van Abraham en de opkomst van patriarchie, onder meer het Romeinse Rijk. Alexander de Grote heerste over de antieke wereld toen de lente-equinox zich in de hoofdsterren van de Ram bevond (de Amun). Om die reden plaatste Alexander de Grote op munten een beeld van zichzelf met de hoorns van Amun, en zorgde hij voor een goddelijke status in het heiligdom van Siwa.  


Vanuit het gebied van het voorouders in het Noordwesten van Iran, moeten de gnosten in staat zijn geweest om ontwikkelingen in de Vruchtbare Halvemaan te aanschouwen, zoals de opkomst van massale landbouw en verstedelijking. Hun status als nomadische wijzen gaf hen het voordeel om getuige te zijn van drie opvallende ontwikkelingen: de overgang van de offerkoning (de Pharmacos-methode), naar de heilige koning (een ceremonie waarbij de koning gemeenschap had met de priesteres van de vruchtbaarheidsgodin - hieros gamos), naar de verlosser-koning (mannen die mannen benoemen). 

De gnosten hebben deze progressie van dichtbij kunnen analyseren, maar moeten in een te laat stadium pas hebben kunnen opmerken welk pathologisch geweld voortkomt uit het verlossingsgeloof. De kracht daarvan heeft hen waarschijnlijk overvallen, zo ook het verradelijke van de illuminati-technieken, die de levenskrachtige rites van de mysteriën de nek hebben omgedraaid. 
En nu staan we dus aan het andere eind van het lange drama dat is begonnen aan de kust van het Urmia-meer, met 2.000 jaar extra wijsheid over het illuminati-programma, en over wat de boodschap van goddelijke liefde de planeet kan aandoen als dat wordt verpakt in een verlosserscomplex. 

Urmiameer met zoutkristallen


Vertaling van:

John Lash, Not in his image, Hs 9, p. 147
Metahistory.org: the origins of the gnostic movement

In het Nederlands zie ook: www.assayya.com : Magi uit het oosten.

Polariteit van bewustzijn

In een tijd waar twee krachten elkaar tegenkomen, kan het collectieve bewustzijn echt twee compleet verschillende kanten op gaan. Het is interessant om te weten dat Maya's en Toltek-indianen al hebben nagedacht over zulke polariteit. Zij konden vergelijkbare veranderingen in hun eigen tijd erg goed duiden.
En goed, we zitten er nu dus echt middenin. Neil Kramer zag het in 2008 opkomen, en vroeg zich toen al af waar dit op zou uitlopen en wat er in het verleden over gezegd is.




Er is een hoop hypnose aan de gang om bewustwording tegen te gaan. Naast alle manipulatie in de atmosfeer komen ook nog eens alle leugentjes van de laatste paar honderd jaar samen. We kennen ze wel: mensen zijn intrinsiek slecht, en het is maar goed als er straks één wereldmunteenheid komt, zodat de oorlogen verleden tijd zijn; en het liefst nog digitaal ook, want dan is het pas echt vooruitgang. Zet ons maar liever gevangen, dan kunnen we elkaar tenminste niks meer aandoen.

En aan de andere kant: veranderingen zijn aan de gang.. realiteit komt binnen op een bepaalde frequentie, maar onze ontvanger wordt breder, wordt soepeler, en dat verklaart ook de grondige strategieën om de hele boel tegen te gaan. Indrukwekkend, beangstigend en in een moderne stedelijke omgeving vooral bizar, maar de uitdaging is om vooral door te gaan; je niet te laten remmen door retorische argumenten. In het land der blinden moet éénoog gewoon nóg beter kijken. Ook wanneer het lijkt of er niets beters is. Op ieder denkbaar gebied bestaat een lange traditie, al is het soms even zoeken.

Reken maar dat er technieken zijn om mensen het moeras in te trekken. En dan? Twee soorten mensen die tot in lengte van dagen van alles met elkaar delen? Een rude awakening? Een geleidelijke ontbinding? Een dimensieshift? Een aanmoediging tot enorme creativiteit en authenticiteit ? Laten we niet vergeten dat juist in deze tijd veel mensen hun eigen leven aan het maken zijn. Polariteit hoort bij een tijd van transitie.

Het chronische probleem is dat er zo weinig informatie beschikbaar is. Dat was dus onze informatie-maatschappij: een gebrek aan informatie. Het lijkt wel alsof de moderne mens eropuit wordt gestuurd om de weg kwijt te raken.
Ik wil ter inspiratie wijzen op lezingen van Santos Bonacci en van Ian Lungold.
Santos Bonacci wijst op 21 december 2012, het groot jaar (24.000 jaar) en onze positie ten opzichte van het centrum van de melkweg. Religies, mythes en profeties hebben vrijwel altijd een connectie met de sterrenbeelden.
Ian Lungold komt ook uit op 21 december 2012, maar dan op grond van één van de vier Maya-kalenders die een evolutie van bewustzijn beschrijft. Daarin hebben profeties een plaats, en hebben mensen een taak. Het is veel werk, maar dit zijn twee heren die enthousiast bezig zijn met wat klopt, niet met wat betaalt.

Het geschreven woord

'Niets groots komt in ons leven, zonder een vloek in zich te dragen'. Sophocles (496 - 406 BC) 

Sophocles was een Griekse filosoof en tragedieschrijver die een leven lang enthousiast gebruik heeft gemaakt van een van de grootste vondsten van zijn tijd: het alfabet. En hij zei : het kan niet anders of de allergrootste vondsten vernietigen iets. 

Er zijn hele bibliotheken van kennis overgeleverd uit vroegere tijden. Welk gebied je ook bestudeert, er is eerder over nagedacht en dankzij het schrift kunnen we erop voortborduren. Maar de keerzijde is dat met het schrift een mondelinge traditie verdween: in eerste instantie in het Midden-Oosten en Zuid-Europa, veel later in West-Europa. Als we denken dat we die in ere houden door kinderen uit boeken voor te lezen, dan houden we onszelf voor de gek. Onze hele wereld is talig geworden, en talig in onze tijd betekent: woordjes, op papier of scherm. De basisvraag is: wat doet het geschreven woord met onze manier van denken?  

Woorden roepen een betekenis op, en daarmee kun je een boodschap overbrengen. Zodra je het woord opschrijft, lever je iets af, wordt het woord vastgeklonken aan die boodschap, en kan het idee ontstaan dat de essentie van de boodschap alles te maken heeft met dat woord. 
Eén van zijn tijdgenoten, Socrates, heeft precies vanuit die gedachte altijd voet bij stuk heeft gehouden: hij schreef niets op. Uit principe niet. Volgens Socrates kun je de waarheid enkel benaderen via debatten, in een dialoog, waarbij je de opponent in de ogen ziet, en samen ieder moment opnieuw tot iets nieuws komt. Als je de boodschap opschrijft, verander je de boodschap.

Socrates was niet alleen. Er zijn nogal wat wijzen geweest in de geschiedenis die zo hun bedenkingen hadden bij het geschreven woord, en dat waren mensen die leefden in tijden dat er wel degelijk geschreven werd. 
Boeddha heeft nooit iets opgeschreven.  
Lao-tse heeft nooit iets opgeschreven.
Confucius heeft nooit iets opgeschreven. 
Pythagoras heeft nooit iets opgeschreven. 
De meeste gnosten hebben nooit iets opgeschreven. 


Als iemand naar de maan wijst..
dan kijkt de dwaas naar de vinger en de wijze naar de maan.

Chinees gezegde


De wijzen waren geen domme jongens. Volgens hersenonderzoeker Leonard Shlain staat het woord altijd in conflict met de boodschap waar het woord naar verwijst (zie het boek The Alphabet versus the goddess). 
Wordt de boodschap gebracht in woorden, dan verwerken onze hersenen het in woorden. Het medium bepaalt hoe we het verwerken. Het woord is de grote dominante in de linkerhersenhelft. De linkerhersenhelft denkt lineair, één ding tegelijk, en het is altijd verbonden aan tijd. Het is de helft die inkomende informatie analyseert, rationeel verwerkt en onthoudt. Desgewenst kan de linkerhersenhelft ook parallellen zoeken met eerdere ervaringen, daar conclusies uit trekken, problemen oplossen zodat je weer door kunt. Wat wil je nog meer ?

Er is dus ook nog een rechterhersenhelft. Dat is de helft die verbanden legt en patronen ziet, vanuit het begrip ruimte. De rechterhersenhelft kan kaartlezen en het kan je de weg uit het doolhof wijzen, het kan zien, inzien. 

De rechterhersenhelft is de meester over beeld, kunst, emotie en intuïtie; en het kan verschillende dingen tegelijk; alle spirituele groei zit aan de rechterkant. 
De linkerhersenhelft doet niets met beelden, maar het heeft wel de ultieme troef in handen om te doen alsof : het woord. Het woord kan beelden oproepen, begrippen omschrijven. Een verzameling woorden kan alles zo prachtig weergeven, dat het lijkt alsof de rechterhelft overbodig is. 

"Nee dank u, wij hebben alles al. Wij hebben het geschreven woord. Lees dit eens, of anders dit."

En voor je het weet vinden we het normaal, en bestaat het hele denken enkel nog uit beschrijven met woorden, is je brein de hele dag bezig om woorden te geven voor wat je aan het doen bent. Ons hele denken in een paar duizend woorden, alles in 26 karaktertjes.
Er zijn allerlei respectabele beroepen waarin het loont om steeds dezelfde woorden te gebruiken, te lezen, te produceren. Het is de fuik waar erg veel onderzoekers in lopen, uiteraard met de illusie van eigen inbreng. 
De concepten waar we over communiceren hebben geen vast woord, hebben dat nooit. We hebben woorden om te kunnen wijzen, om op te roepen. Alleen door voortdurend met taal te spelen, bewaar je de toegevoegde waarde van taal. Kunnen we denken aan een object of een beeld zonder dat er een woord binnensluipt? Zo ja, dan is er nog hoop. 

Vaste woorden die steeds bepaalde concepten moeten beschrijven onderdrukken in feite de kracht van onze geest: verbeelding. Verbeelding is niet iets uit de kinderwereld, verbeelding is in staat om de werkelijkheid te maken - het is nergens aan verbonden. Als je daar een draai in vindt, is er veel meer ruimte voor bewustzijn en intuïtie, zie je meer verbanden, en zie je ook veel meer dingen gebeuren. Precies datgene wat een controlesysteem aan banden zou willen leggen.
Dat is wat Sophocles vernietigd zag worden. Taal is alleen echt op het moment zelf, als het uit jezelf komt. Evenwichtige samenlevingen leggen niets vast in woorden. Alles is eeuwige verandering. 
In Middeleeuws Europa zijn verhalen na lange tijd op talloze manieren op schrift gezet, omdat er geen woord vast stond. Het verhaal stond centraal, van de verteller die voor je staat.  

De taal is er om mee te spelen. Het woord vrijheid. De hoofdpersoon in de dystopische toekomstroman ´Wij´ (Yevgeni Zamyatin, 1921) is net zo lyrisch over het woord ´onvrijheid´ als de communisten in de Sovjetunie dat waren over het woord 'vrijheid'. Het is de lezer die weet: die 'vrijheid' betekent onvrijheid, want we weten van wie het komt... nog wel. 
George Orwell doet iets soortgelijks in de roman 1984 met het nieuw ontwikkelde Newspeak. Leg de betekenis vast, en je hebt het ultieme wapen om je onderdanen te controleren. In onze 'hoogwaardige' beschavingen presenteert het woordensysteem zichzelf als een vanzelfsprekendheid: we leren de woorden, we leren dat ze erg belangrijk zijn en dan hebben we alle concepten. En dat is het dan. Dan zijn we klaar.
We leven in een vrij land, we hebben onze vrijheid bevochten, nu zijn we vrij dus niemand kan ons iets maken maar je moet natuurlijk wel normaal doen want kom op... 
De makkelijkste slaaf is diegene die valselijk gelooft dat hij vrij is. (naar Goethe) 


Dekalog

Twee terreinen waar het geschreven woord de laatste tweeduizend jaar veel te machtig is geworden zijn de rechtspraak en georganiseerde religie. Dat zijn precies de terreinen waarin veel mensen compleet kunnen vastlopen in taal, en geen kunst meer ontdekken. Maar ga ermee aan de slag, en het is er wel degelijk.

De Poolse filmmaker Kieslowski heeft eind jaren '80 een groot filmproject gemaakt rond de tien Bijbelse geboden: Dekalog. Tien prachtige ingetogen films over de grootste menselijke dilemma's en emoties. 

Voor Kieslowski gaan de geboden uiteindelijk over het leven: je kunt het leven alleen leren kennen door het te doorleven. Het is makkelijk om je te verschuilen achter instructie. Iedereen kan taal uit het hoofd leren. Veel boeiender is wat mensen op een gegeven moment doen. 
Echte moraal gaat altijd voorbij taal. Wat is goed? Wanneer wel? Wanneer niet? Polen heeft als land een oude traditie van moraal en levensvragen, net iets meer dan het iets te cynische oosten en dan het iets te pragmatische westen. 

De tien films staan sinds een paar maanden allemaal op het net, ik heb de links onder de Rembrandt gezet. Kieslowski volgt de katholieke indeling - in de protestantse indeling is het eerste gebod opgesplitst en horen de laatste twee bij elkaar. Dat zijn theologische discussies waar ongetwijfeld flink over gevochten is, maar die laten we hier lekker gaan. 

´Wie niet bevreesd is om te handelen, is niet bang voor een woord.´ Sophocles

Mozes en de tafelen der wet. Rembrandt van Rijn, 1659

1. Gij zult geen andere goden hebben / gij zult geen godenbeelden maken
2. Gij zult de naam van God niet misbruiken
3. Gedenk de sabbat en houd hem in ere
4. Eer uw moeder en vader
5. Gij zult niet doden
6. Gij zult geen overspel plegen
7. Gij zult niet stelen
8. Gij zult geen valse getuigenis afleggen
9. Gij zult de vrouw van uw medemens niet begeren
10. Gij zult het huis van uw medemens niet begeren



Alan Watts

Alan Watts (1916 - 1973) was een Britse filosoof, theoloog en verhalenverteller, die op jonge leeftijd al net iets meer begreep van het grote mysterie dan zijn leraren. Alan Watts had een voorkeur voor de verhaalvorm, de metafoor, en had er geen moeite mee om de vinger op de zere plek te leggen. Fragmenten uit drie lezingen:



Muziek 

Het einde van een muzikale compositie is nooit de essentie van een compositie. Als dat zo zou zijn, dan zouden de beste muzikale uitvoeringen heel snel worden gespeeld, om eerder bij het einde te komen. Of er zouden componisten zijn die alleen de finale componeren. Mensen zouden naar het concert gaan om enkel het afsluitende akkoord te beluisteren. 
Het is volstrekt onzinnig, natuurlijk. En toch is dat wat we via het onderwijs in ons dagelijks leven voorgespiegeld krijgen. Wij hebben een systeem, dat begint met school, en het is netjes gegradeerd. 

Wat doen we: we zetten het kind aan het begin van een lange gang, en we houden hem telkens iets lekkers voor. Zo van ''kom maar jongen". 
En zo gaat het kind naar de kleuterschool. En dat is geweldig, want als dat afgelopen is, dan ga je naar de basisschool, van de ene klas naar de andere. 
En dan mag je naar de middelbare school. De spanning stijgt.. het ding komt eraan. En dan mag je naar de hogeschool of naar de universiteit. En dan als je klaar bent, dan mag je naar buiten om mee te doen aan de wereld. En dan kom je in een gebouw, waar je verzekeringen verkoopt. 
En daar werken ze met quota, en dat gaat eigenlijk precies hetzelfde. Als je dit haalt, dan mag je verder en kom je toch echt dicht in de buurt. Het komt eraan: het grote succes waar je al die tijd voor gewerkt hebt. 
En op een dag word je wakker, zo rond je 40e, en dan zeg je: Wow! Ik ben gearriveerd! Ik ben er! 

Maar dan voelt het eigenlijk niet anders dan wat je altijd gevoeld hebt. Gewoon. 
En je bent een beetje teleurgesteld, want je hebt het gevoel dat je onderweg ergens bedonderd bent. En dat ben je ook. Je bent verschrikkelijk bedonderd. 
Je hebt namelijk alles gemist. We kregen het leven voor als een reis, een pelgrimstocht, een tocht met een serieus doel aan het einde. Een doel dat we ooit zouden kunnen halen: succes, of wat het ook is, misschien de hemel voor na je dood. 
Maar we hebben het hele punt al die tijd gemist, want het was iets muzikaals. Het was de bedoeling dat we zouden zingen en dansen terwijl de muziek werd gespeeld. 




God die doet alsof

Er was nooit een tijd dat de wereld begon, want ze gaat in het rond als een cirkel, en er is geen plek op een cirkel waar deze begint. Kijk maar naar mijn horloge dat de tijd aangeeft; dat gaat rond, en zo herhaalt de wereld zich keer op keer. Maar precies zoals de urenwijzer van het horloge naar de twaalf klimt en zakt naar de zes, zo is er ook dag en nacht, waken en slapen, leven en sterven, zomer en winter. ´

Je kunt geen van deze hebben zonder de andere, want je zou niet kunnen weten wat zwart is tenzij je het naast wit had gezien, of wat wit is tenzij naast zwart.
Op dezelfde manier zijn er tijden dat de wereld is, en tijden dat ze niet is, want als de wereld zonder rust eeuwig door zou gaan, zou ze vreselijk moe worden van zichzelf. Ze komt en gaat. Zo zie je haar; en zo weer niet. Dus omdat ze niet moe wordt van zichzelf, komt ze altijd weer terug nadat ze is verdwenen. Het is als je adem: die gaat in en uit, in en uit, en als je die aldoor probeert in te houden, dan voel je je beroerd.

Het is ook als verstoppertje-spelen, want het is altijd leuk om nieuwe manieren te ontdekken om je te verstoppen, en om naar iemand te zoeken die zich niet altijd op dezelfde plek verstopt. God speelt ook graag verstoppertje, maar omdat er niets is buiten God, heeft hij niemand dan zichzelf met wie hij spelen kan. Deze moeilijkheid omzeilt hij door te doen alsof hij niet zichzelf is. Dat is zijn manier om zich voor zichzelf te verstoppen. Hij doet alsof hij jou is, en mij en alle mensen op de wereld, alle dieren, alle planten, alle rotsen en alle sterren. Op die manier beleeft hij vreemde en schitterende avonturen waarvan sommige vreselijk zijn, en angstaanjagend. Maar die zijn net enge dromen, want als hij wakker wordt, verdwijnen ze. 

Welnu, als God zich verstopt en doet alsof hij jou en mij is, doet hij dat zo grondig dat hij een hele tijd nodig heeft om zich te herinneren waar en hoe hij zich verstopte. Maar dat is de gein juist - net waar het hem om ging. Hij wil zichzelf niet al te gauw opsporen, want dat zou de lol eraf zijn. Daarom is het voor jou en mij zo moeilijk om tot de ontdekking te komen dat we God in vermomming zijn, die doet alsof hij zichzelf niet is. Maar als het spel lang genoeg geduurd heeft, worden we allemaal wakker, houden we op met komediespelen, en herinneren we ons dat we allemaal één enkel Zelf zijn - de God die het enige is dat er bestaat, en die eeuwig leeft. 




Jij bent de weg, de waarheid en het leven

De Joden zeiden: 'Niet om een weldaad willen we U stenigen, maar wegens godslastering. Want hoewel U maar een mens bent, geeft U zich voor God uit. Jezus hernam: 'Staat er niet in uw wet geschreven: Ik heb gezegd: jullie zijn goden ? Als dus de wet degenen tot wie dit woord gericht wordt, goden noemt - en de Schrift is onaantastbaar - met welk recht bestempelt u mij als godslasteraar als ik me Zoon van God noem?  (Johannes 10: 32-36 *) 


Kijk, en daar heb je het hele probleem in een notendop. In de King James - bijbel, lezen we vóór de woorden 'Zoon van God' in cursief de toevoeging -de-De zoon van God. Mensen denken dat woorden in cursief nadruk leggen. Dat is niet zo. Het betekent enkel dat vertalers aangaven dat ze de woorden op een bepaalde manier uitlegden. 

Je vindt iets heel anders in de Griekse tekst, daar staat 'een zoon van God'. 
Dat betekent: er is voortdurend de gedachte dat dit niet iets is dat speciaal op Jezus betrekking heeft. Een stukje verderop lezen we
Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de vader komen dan door mij. Als jullie mij kennen, zullen jullie ook mijn vader kennen. (Johannes 14:6)

We zien nu dat de woorden 'ik ben', en het woord 'mij' eigenlijk verwijzen naar het goddelijke in ons allemaal. De Griekse tekst heeft namelijk als basis het Hebreeuwse begrip ruach adonai
Esoterische Joden, de kaballisten en de chassidim, hebben daar veel aandacht aan besteed. De ruach adonai is de adem waarmee God Adam leven inblaast, het is de geest die werd ingeblazen, en in het originele Hebreeuws is dat een heel ander woord dan het woord voor ziel / psyche. 
De eerste de beste Bijbelkenner ziet geen verschil tussen de geest en de ziel, maar het wordt heel duidelijk gemaakt in de geschriften van Paulus. De geest is het goddelijke in ons, waardoor wij allemaal kinderen van God zijn, naar de aard van God, manifesteringen van het goddelijke. 
Dit is in feite de meest bijzondere ontdekking in het hele evangelie, en dit is ook precies het meest onderdrukte element in de hele geschiedenis van westerse religie. 


----------------------------------------------------

*Willibrord-vertaling 1995. 'Degene die de Vader heeft uitverkoren en naar de wereld heeft gezonden' vervangen door 'mij'. Niemand praat over zichzelf als ´degene die uitverkoren is´, toch? 
Wat gebeurt er als we dat doen? Het hele Johannes-evangelie geeft plotseling weer ruimte voor een oude uitleg die we al eerder tegenkwamen in Mattheus, Marcus, Lucas, de geschriften van Paulus, en al helemaal in het verboden Thomas-evangelie. In al die teksten is er niet iemand die rondvertelt dat hij de enige persoon is die kan verlossen. Wie zou dat ervan gemaakt hebben? Het begrip verlossing was al die tijd al iets veel diepgaanders.


Bron:

Tekst 1. Zie video
Tekst 2. Uit: Alan Watts. Zelfkennis, het laatste taboe. Uitgeverij Altamira
Tekst 3. Online lezing: http://www.youtube.com
Online artikelen in het Nederlands: ods.nl/amigo /  zilvervis.net